zaterdag 27 februari 2016

Samaritaan- A.H.J. Dautzenberg (6GE1)

Titel: Samaritaan
Auteur: A.H.J. Dautzenberg
Uitgever: Contact
Jaar van eerste druk: 2011

In het kort
Een 42-jarige man besluit zijn gezonde nier af te staan aan een onbekende. Op een autobiografische manier beweegt hij zich belangstellend en geamuseerd door de bureaucratie van de medische zorg.

Mening
Ik vind dit een goed leesbaar en humoristisch boek. De hoofdpersoon geeft scherpe en humoristische analyses van zichzelf en de medische zorg, waarin de bureaucratie absurde vormen aanneemt. Hij moet bijvoorbeeld heel vaak bloed laten prikken. Als hij dit soort dingen aankaart bij de medewerkers, antwoorden zij meestal met dat het nu eenmaal moet volgens de regels.

Het boek is volledig geschreven in dialoog. Per hoofdstuk spreekt de hoofdpersoon met een ander persoon, aangegeven met de titel van het hoofdstuk. Dat is wel zo fijn, anders zou het onoverzichtelijk worden.

Het beste aspect van het boek vind ik de zelfanalyse van de hoofdpersoon. Hij wordt door zijn omgeving voor gek verklaard, omdat hij zijn gezonde nier afstaat aan een onbekende. Hijzelf zegt dat de risico’s van de opera minimaal zijn, je prima kunt leven met één nier en je iemand helpt die het echt nodig heeft. In de loop van het boek kom je meer te weten van deze persoon (en hij ook van zichzelf). Hieruit volgt dat zijn motieven misschien niet helemaal zuiver zijn.  Zijn motieven voor het afstaan van de nier leiden tot het interessantste idee dat dit boek heeft aangedragen: (het volgende fragment is een dialoog met een vriend)

‘Ik wist heel goed waar ik aan begon en ik wist ook dat ik mijn motieven moest verkleden. Wat ik echter achteraf pas goed besefte, is dat mijn doodsverlangen het hoofdmotief was. [...] Ik vond het lekker anarchistisch om een nier af te staan. [...] Die anarchistische energie gaf mij vleugels. Dat vooral mijn doodsverlangen het vuur opstookte, realiseerde ik me dus pas achteraf. Was dat toen al tot mij doorgedrongen, dan was het vuur natuurlijk meteen geblust... De dood is meer berekenend dan het leven. [...]
(de vriend:) ‘Je zegt dat je doodsverlangen door de operatie is verdwenen. Het leven is dus sterker dan de dood, en niet andersom.
Als je het zo bekijkt, heb je gelijk... Maar natuurlijk klopt dat niet, want ik dat geval zou ik niet hebben gedoneerd. Dan zou ik, het leven dus, de kans op overlijden niet hebben genomen.
‘Misschien moet je het wat abstracter zien. Het leven heeft jouw gemanipuleerd om een nier af te staan, zodat iemand anders door kon leven. De dood is dus een hak gezet.
Zeg, een interessante invalshoek... Mijn doodsverlangen was dus een instrument van het leven... Niet van míjn leven, maar van hét leven... Leven à doodsverlangen à anarchisme à altruïsme à doneren à weg doodsverlangen à leven, keer twee àleven2... Een gesloten cirkel. Een lemniscaat zelfs. Leven tot in het oneindige...’

Ikzelf had er nog nooit zo over nagedacht, maar er wordt hier een heel goed punt gemaakt. Ik denk dat dit idee mij wel zal bijblijven.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten