Titel: Appels en peren
Auteur: Maarten Asscher
Uitgever: Atlas Contact
Jaar van de eerste druk: 2013
In het kort
Korte cultuurhistorische essays waarin vergelijkingen worden tussen parallelle levens en situaties.
Mening
Appels en peren is het boek dat het meest afweek van alle boeken die ik dit jaar voor Nederlands gelezen heb. De reden hiervoor is waarschijnlijk het genre: de andere boeken waren romans en dit zijn essays. De schrijfstijl is een stuk zakelijker. De andere boeken beschreven een verhaal, Appels en peren beschrijft vergelijkingen. Het eerste hoofdstuk gaat over waarom historische vergelijkingen verhelderend werken. In de andere hoofdstukken worden telkens twee zaken met elkaar vergeleken.
Hoewel ik niet alle vergeleken zaken (die uiteenliepen van literaire personages tot een boek over de Middellandse zee) bij voorbaat al kende, gaf de schrijver telkens genoeg informatie om zijn vergelijking te begrijpen. Dat is goed, anders zouden de meeste mensen (inclusief ikzelf) hem niet altijd kunnen volgen.
Het interessante aan deze structuur is dat de mogelijkheid wordt verschaft om allerlei zaken uit allerlei tijdsperiodes, gebieden, literaire werken en andere bronnen te halen, in plaats van bij één verhaal te blijven zoals bij een doorsnee roman. Daar wordt dan ook gretig gebruik van gemaakt. Zo bleef ik als lezer nieuwsgierig wat het volgende hoofdstuk zou brengen.
Paulien's Blog
Deze blog gaat over boeken die ik voor Nederlands moet lezen. Bij elk boek staat de auteur, titel, uitgever, de voorkant, het onderwerp in een paar zinnen, mijn mening en een miniverslag.
zondag 28 februari 2016
Hersenschimmen- J. Bernlef (6GE1)
Titel: Hersenschimmen
Auteur: J. Bernlef
Oorspronkelijke uitgever: Querido
Jaar van eerste druk: 1984
In het kort
Een dementerende man beschrijft zijn steeds groter wordende isolement.
Mening
Ik vind vooral de opbouw van Hersenschimmen erg mooi. Het begint op een normale dag in het leven van Maarten Klein en zijn vrouw Vera. Het eerste teken van dementie toont zich: Maarten kijkt op een zondag uit het raam wacht op kinderen. Hij vraagt zich af waar ze blijven, tot Vera hem zegt dat het zondag is. Hij weet niet hoe hij zich heeft kunnen vergissen.
De hele situatie met het eerste teken van dementie voelt ontzettend echt aan. De steeds verergerende vergeetachtigheid, lijkt uit te vloeien uit het voorafgaande. Maarten weet steeds minder dingen, raakt verward en wordt steeds meer geïsoleerd. De kleiner wordende wereld wordt ook met de structuur van de taal weergegeven: de zinnen worden steeds korter. Ik vind het mooi hoe de vorm van het verhaal aansluit bij de inhoud.
Ik ben van mening dat dit boek geen leuk boek is. Maartens geheugen verdwijnt beetje bij beetje en zijn wereld wordt steeds kleiner, zonder dat hij er iets aan kan doen. Ik vind het echter wel een heel ‘raak’ boek. Mijn opa was ook dementerend en ik herkende veel van hem in Maarten, bijvoorbeeld het teruggaan naar het verleden. Het heeft ook iets beangstigends: het kan jijzelf of een naaste ook overkomen. Hersenschimmen beschrijft het proces van dementie (en de gevolgen) gewoon heel realistisch en pakkend.
Auteur: J. Bernlef
Oorspronkelijke uitgever: Querido
Jaar van eerste druk: 1984
In het kort
Een dementerende man beschrijft zijn steeds groter wordende isolement.
Mening
Ik vind vooral de opbouw van Hersenschimmen erg mooi. Het begint op een normale dag in het leven van Maarten Klein en zijn vrouw Vera. Het eerste teken van dementie toont zich: Maarten kijkt op een zondag uit het raam wacht op kinderen. Hij vraagt zich af waar ze blijven, tot Vera hem zegt dat het zondag is. Hij weet niet hoe hij zich heeft kunnen vergissen.
De hele situatie met het eerste teken van dementie voelt ontzettend echt aan. De steeds verergerende vergeetachtigheid, lijkt uit te vloeien uit het voorafgaande. Maarten weet steeds minder dingen, raakt verward en wordt steeds meer geïsoleerd. De kleiner wordende wereld wordt ook met de structuur van de taal weergegeven: de zinnen worden steeds korter. Ik vind het mooi hoe de vorm van het verhaal aansluit bij de inhoud.
Ik ben van mening dat dit boek geen leuk boek is. Maartens geheugen verdwijnt beetje bij beetje en zijn wereld wordt steeds kleiner, zonder dat hij er iets aan kan doen. Ik vind het echter wel een heel ‘raak’ boek. Mijn opa was ook dementerend en ik herkende veel van hem in Maarten, bijvoorbeeld het teruggaan naar het verleden. Het heeft ook iets beangstigends: het kan jijzelf of een naaste ook overkomen. Hersenschimmen beschrijft het proces van dementie (en de gevolgen) gewoon heel realistisch en pakkend.
zaterdag 27 februari 2016
De vrouw met de sleutel- Vonne van der Meer (6GE1)
Titel: De vrouw met de sleutel
Auteur: Vonne van der Meer
Uitgever: Contact
Jaar van eerste druk: 2011
In het kort
Een 59-jarige vrouw die na de plotselinge dood van haar man eenzaam en zonder inkomsten achterblijft, biedt zichzelf via een advertentie aan als voorlezer voor het slapen gaan.
Mening
De opzet van het verhaal biedt veel mogelijkheden om de hoofdpersoon terecht te laten komen in allerlei soorten huizen, bij allerlei soorten personages en natuurlijk om allerlei verhalen voor te lezen.
De hoofdpersoon is de 59-jarige Nettie die na de dood van haar man Bob alleen achterblijft en geld gaat verdienen door mensen als (zoals ze het zelf noemt) ‘voorlezer-weltrustenzegger-instopper’.
Nettie komt ook terecht bij verschillende personages in verschillende huizen. Ik was echter niet zo geïnteresseerd in de personages. Nettie zelf was ik nog wel in geïnteresseerd, zij is de ik-figuur/hoofdpersoon, over wie je het meest te weten komt. Ik vind het leuk dat zij, na vier kinderen te hebben opgevoed en nadat haar man overleden is, zelf aan het werk gaat met een eigen onderneming. Het is niet de centrale thematiek van het boek, maar ‘je bent nooit te oud om iets te ondernemen/ leren/ proberen’ is een mooie boodschap.
Ik vond dat de mogelijke raamstructuur (door het verwerken van verhalen in een verhaal door het voorlezen) niet genoeg is gebruikt. Doordat er veel verhalen worden voorgelezen, zijn er vele mogelijkheden om het hoofdverhaal te verwikkelen met de voorgelezen verhalen. Naar mijn gevoel zijn die mogelijkheden niet ten volle gebruikt. Er zijn slechts enkele voorgelezen verhalen in het geheel opgenomen. Zo wordt bijvoorbeeld de kracht van een verhaal/ verhalen in iemands leven niet al te sterk benadrukt (wel deels, vooral met het meisje Renée), terwijl dat letterlijk op de achterkant staat (‘De vrouw met de sleutel gaat over [...] wat een verhaal in een leven teweegbrengt’)
Auteur: Vonne van der Meer
Uitgever: Contact
Jaar van eerste druk: 2011
In het kort
Een 59-jarige vrouw die na de plotselinge dood van haar man eenzaam en zonder inkomsten achterblijft, biedt zichzelf via een advertentie aan als voorlezer voor het slapen gaan.
Mening
De opzet van het verhaal biedt veel mogelijkheden om de hoofdpersoon terecht te laten komen in allerlei soorten huizen, bij allerlei soorten personages en natuurlijk om allerlei verhalen voor te lezen.
De hoofdpersoon is de 59-jarige Nettie die na de dood van haar man Bob alleen achterblijft en geld gaat verdienen door mensen als (zoals ze het zelf noemt) ‘voorlezer-weltrustenzegger-instopper’.
Nettie komt ook terecht bij verschillende personages in verschillende huizen. Ik was echter niet zo geïnteresseerd in de personages. Nettie zelf was ik nog wel in geïnteresseerd, zij is de ik-figuur/hoofdpersoon, over wie je het meest te weten komt. Ik vind het leuk dat zij, na vier kinderen te hebben opgevoed en nadat haar man overleden is, zelf aan het werk gaat met een eigen onderneming. Het is niet de centrale thematiek van het boek, maar ‘je bent nooit te oud om iets te ondernemen/ leren/ proberen’ is een mooie boodschap.
Ik vond dat de mogelijke raamstructuur (door het verwerken van verhalen in een verhaal door het voorlezen) niet genoeg is gebruikt. Doordat er veel verhalen worden voorgelezen, zijn er vele mogelijkheden om het hoofdverhaal te verwikkelen met de voorgelezen verhalen. Naar mijn gevoel zijn die mogelijkheden niet ten volle gebruikt. Er zijn slechts enkele voorgelezen verhalen in het geheel opgenomen. Zo wordt bijvoorbeeld de kracht van een verhaal/ verhalen in iemands leven niet al te sterk benadrukt (wel deels, vooral met het meisje Renée), terwijl dat letterlijk op de achterkant staat (‘De vrouw met de sleutel gaat over [...] wat een verhaal in een leven teweegbrengt’)
Het Dwaallicht- Willem Elsschot (6GE1)
Titel: Het Dwaallicht
Auteur: Willem Elsschot
Oorspronkelijke uitgever: Van Kampen
Jaar van eerste druk: 1946
In het kort
De ik-verteller (Laarsmans) gaat op een nachtelijke tocht met drie oosterse zeelieden (die hij ‘zwartjes’ noemt) op zoek naar een onvindbare vrouw Maria van Dam.
Mening
Dit is het kortste boek dat ik voor het vak Nederlands in de zesde klas heb gelezen; het is slechts 60 pagina’s. Het gaat over een ik-verteller Laarsmans die drie zeelieden helpt met het zoeken naar een onvindbare vrouw. Het eerste dat opvalt (naast het geringe aantal bladzijden) is het taalgebruik. De zinsconstructie en de gebruikte woorden duiden op een tijdsverschil (wat klopt, het boek is in 1946 verschenen). Velen van mijn leeftijdsgenoten zullen storend vinden, maar ik vond het wel te doen. Het bracht iets van de sfeer van een andere tijd mee. Ik vraag me af hoe bijvoorbeeld een fantasyverhaal in deze schrijfstijl eruit had gezien. Verder zou er geen schrijver er tegenwoordig mee wegkomen om de zeelieden ‘zwartjes’ of ‘mijn zwartjes’ te noemen.
Het verhaal zelf interesseerde me eigenlijk niet zo. De thematiek wordt omschreven als ‘de tot mislukking gedoemde zoektocht naar de ideale vrouw als droombeeld van onvervulbare liefde’, met als centrale thematiek onvervulbare liefde. Dat de vrouw onvindbaar is, stond ook op de achterkant van het boek, dus je wist het einde al. Zo wordt het element van het je afvragen of ze hun doel gaan bereiken weggehaald. Ik zie in dat de vier kameraden aan het eind andere dingen vinden dan de vrouw, zoals dat hoewel ze afkomstig zijn uit andere volken er een vriendschap ontstaat, maar zo kun je het einde al een beetje voorspellen. Ik had het persoonlijk beter gevonden als je het boek leest en niet weet of ze de vrouw gaan vinden, er uiteindelijk achter komt dat ze de vrouw niet vinden en dan tot het einde komt waar de schrijver moralistische boodschappen in het boek verwerkt.
Fenrir- Hella S. Haasse (6GE1)
Titel: Fenrir
Auteur: Hella S. Haasse
Uitgever: Querido
Jaar van eerste druk: 2000
In het kort
Een erg in wolven geïnteresseerde journalist komt een weekend terecht in de Ardennen bij een pianiste die wolven in haar achtertuin hield, waar alle aanwezige familieleden een geheim met zich meedragen.
Mening
Het sterkste punt van dit boek vind ik de sfeer: het grote huis midden in de Ardennen, een rijke familie met een verleden en geheimen en de interesse in wolven en mythologie. Het creëert gezamenlijk een mysterieuze sfeer. Het helpt ook dat één van de hoofdpersonages de journalist Matthias is, die vooral geïnteresseerd is in het feit dat hij gehoord heeft dat de beroemde pianiste Edith Walschade wolven in haar achtertuin hield. Hij houdt ontzettend van wolven en hij is bezig met het maken van een wolvenencyclopedie. Hiervoor bestudeert hij de boeken uit de bibliotheek van het huis.
Sommige passages zijn geschreven vanuit Matthias en sommige vanuit Edith. Matthias neemt de rol van de nieuwsgierige sympathieke buitenstaander: hij is onderzoeker en waarnemer, zoals de lezer zich ook voelt. Vanuit Ediths perspectief krijgt de lezer een beter beeld van de familie Walschade, de spanningen binnen de familie, hun drijfveren en hun verleden. Zo blijkt dat Edith net zoveel of wel meer van wolven houdt als van Matthias.
Edith Walschade blijkt ook wolven in haar achtertuin te hebben gehouden, maar die zijn ontsnapt. Dat is ook de reden dat Matthias op het landgoed Breidbablick is terechtgekomen. Hij had eerder een oud-klasgenoot Rollo ontmoet. Hij houdt zich bezig met ongure zaakjes en is met Siv, de dochter van de zus van Edith, in aanraking gekomen en zij had hem gevraagd om langs te komen om de ontsnapte wolven neer te schieten.
De personages Rolle en Siv trokken mijn interesse niet. Ik vond ze allebei een beetje irritant en ik las liever over andere personages, zoals Matthias, Edith en Erwin Walschade. Erwin Walschade is de halfbroer van Edith, wiens bestaan ze tot voorkort niet kende. Erwin spreekt steeds over het naziverleden van hun vader en rassen. Het doet de lezer afvragen waarom hij doet van hij doet en waar het hele familieconflict om draait.
Ook de moeder van Siv en de zus van Edith, Gerda Blanck en haar man Egon (de vader van Siv) vond ik niet zo interessant. In was enkel benieuwd naar de drijfveren van Gerda om zo bezig te zijn met oude rituelen. Die zijn helaas niet gegeven in het boek. De spanning tussen Gerda en Edith is een belangrijk deel van het verhaal. Gerda houdt zich bezig met oude rituelen, ter ontsteltenis van Edith, en Edith is veel bezig met haar wolven, tot irritatie leidt bij Gerda, Egon en Siv.
Naar mijn smaak is het open einde te open. Het laat te veel vragen onbeantwoord en laat de lezer achter met het gevoel alsof het verhaal nog niet af was. Het verschilt ontzettend per persoon of ze dit einde waarderen, maar voor mij viel het tegen. In zijn totaliteit had het boek ook vele goede punten (zoals hierboven omschreven), dus houd ik een redelijk positieve gedachte over aan Fenrir.
Auteur: Hella S. Haasse
Uitgever: Querido
Jaar van eerste druk: 2000
In het kort
Een erg in wolven geïnteresseerde journalist komt een weekend terecht in de Ardennen bij een pianiste die wolven in haar achtertuin hield, waar alle aanwezige familieleden een geheim met zich meedragen.
Mening
Het sterkste punt van dit boek vind ik de sfeer: het grote huis midden in de Ardennen, een rijke familie met een verleden en geheimen en de interesse in wolven en mythologie. Het creëert gezamenlijk een mysterieuze sfeer. Het helpt ook dat één van de hoofdpersonages de journalist Matthias is, die vooral geïnteresseerd is in het feit dat hij gehoord heeft dat de beroemde pianiste Edith Walschade wolven in haar achtertuin hield. Hij houdt ontzettend van wolven en hij is bezig met het maken van een wolvenencyclopedie. Hiervoor bestudeert hij de boeken uit de bibliotheek van het huis.
Sommige passages zijn geschreven vanuit Matthias en sommige vanuit Edith. Matthias neemt de rol van de nieuwsgierige sympathieke buitenstaander: hij is onderzoeker en waarnemer, zoals de lezer zich ook voelt. Vanuit Ediths perspectief krijgt de lezer een beter beeld van de familie Walschade, de spanningen binnen de familie, hun drijfveren en hun verleden. Zo blijkt dat Edith net zoveel of wel meer van wolven houdt als van Matthias.
Edith Walschade blijkt ook wolven in haar achtertuin te hebben gehouden, maar die zijn ontsnapt. Dat is ook de reden dat Matthias op het landgoed Breidbablick is terechtgekomen. Hij had eerder een oud-klasgenoot Rollo ontmoet. Hij houdt zich bezig met ongure zaakjes en is met Siv, de dochter van de zus van Edith, in aanraking gekomen en zij had hem gevraagd om langs te komen om de ontsnapte wolven neer te schieten.
De personages Rolle en Siv trokken mijn interesse niet. Ik vond ze allebei een beetje irritant en ik las liever over andere personages, zoals Matthias, Edith en Erwin Walschade. Erwin Walschade is de halfbroer van Edith, wiens bestaan ze tot voorkort niet kende. Erwin spreekt steeds over het naziverleden van hun vader en rassen. Het doet de lezer afvragen waarom hij doet van hij doet en waar het hele familieconflict om draait.
Ook de moeder van Siv en de zus van Edith, Gerda Blanck en haar man Egon (de vader van Siv) vond ik niet zo interessant. In was enkel benieuwd naar de drijfveren van Gerda om zo bezig te zijn met oude rituelen. Die zijn helaas niet gegeven in het boek. De spanning tussen Gerda en Edith is een belangrijk deel van het verhaal. Gerda houdt zich bezig met oude rituelen, ter ontsteltenis van Edith, en Edith is veel bezig met haar wolven, tot irritatie leidt bij Gerda, Egon en Siv.
Naar mijn smaak is het open einde te open. Het laat te veel vragen onbeantwoord en laat de lezer achter met het gevoel alsof het verhaal nog niet af was. Het verschilt ontzettend per persoon of ze dit einde waarderen, maar voor mij viel het tegen. In zijn totaliteit had het boek ook vele goede punten (zoals hierboven omschreven), dus houd ik een redelijk positieve gedachte over aan Fenrir.
Samaritaan- A.H.J. Dautzenberg (6GE1)
Titel: Samaritaan
Auteur: A.H.J. Dautzenberg
Uitgever: Contact
Jaar van eerste druk: 2011
In het kort
Een 42-jarige man besluit zijn gezonde nier af te staan aan een onbekende. Op een autobiografische manier beweegt hij zich belangstellend en geamuseerd door de bureaucratie van de medische zorg.
Mening
Ik vind dit een goed leesbaar en humoristisch boek. De hoofdpersoon geeft scherpe en humoristische analyses van zichzelf en de medische zorg, waarin de bureaucratie absurde vormen aanneemt. Hij moet bijvoorbeeld heel vaak bloed laten prikken. Als hij dit soort dingen aankaart bij de medewerkers, antwoorden zij meestal met dat het nu eenmaal moet volgens de regels.
Het boek is volledig geschreven in dialoog. Per hoofdstuk spreekt de hoofdpersoon met een ander persoon, aangegeven met de titel van het hoofdstuk. Dat is wel zo fijn, anders zou het onoverzichtelijk worden.
Het beste aspect van het boek vind ik de zelfanalyse van de hoofdpersoon. Hij wordt door zijn omgeving voor gek verklaard, omdat hij zijn gezonde nier afstaat aan een onbekende. Hijzelf zegt dat de risico’s van de opera minimaal zijn, je prima kunt leven met één nier en je iemand helpt die het echt nodig heeft. In de loop van het boek kom je meer te weten van deze persoon (en hij ook van zichzelf). Hieruit volgt dat zijn motieven misschien niet helemaal zuiver zijn. Zijn motieven voor het afstaan van de nier leiden tot het interessantste idee dat dit boek heeft aangedragen: (het volgende fragment is een dialoog met een vriend)
‘Ik wist heel goed waar ik aan begon en ik wist ook dat ik mijn motieven moest verkleden. Wat ik echter achteraf pas goed besefte, is dat mijn doodsverlangen het hoofdmotief was. [...] Ik vond het lekker anarchistisch om een nier af te staan. [...] Die anarchistische energie gaf mij vleugels. Dat vooral mijn doodsverlangen het vuur opstookte, realiseerde ik me dus pas achteraf. Was dat toen al tot mij doorgedrongen, dan was het vuur natuurlijk meteen geblust... De dood is meer berekenend dan het leven. [...]
(de vriend:) ‘Je zegt dat je doodsverlangen door de operatie is verdwenen. Het leven is dus sterker dan de dood, en niet andersom.’
Als je het zo bekijkt, heb je gelijk... Maar natuurlijk klopt dat niet, want ik dat geval zou ik niet hebben gedoneerd. Dan zou ik, het leven dus, de kans op overlijden niet hebben genomen.
‘Misschien moet je het wat abstracter zien. Het leven heeft jouw gemanipuleerd om een nier af te staan, zodat iemand anders door kon leven. De dood is dus een hak gezet.’
Zeg, een interessante invalshoek... Mijn doodsverlangen was dus een instrument van het leven... Niet van míjn leven, maar van hét leven... Leven à doodsverlangen à anarchisme à altruïsme à doneren à weg doodsverlangen à leven, keer twee àleven2... Een gesloten cirkel. Een lemniscaat zelfs. Leven tot in het oneindige...’
Ikzelf had er nog nooit zo over nagedacht, maar er wordt hier een heel goed punt gemaakt. Ik denk dat dit idee mij wel zal bijblijven.
Auteur: A.H.J. Dautzenberg
Uitgever: Contact
Jaar van eerste druk: 2011
In het kort
Een 42-jarige man besluit zijn gezonde nier af te staan aan een onbekende. Op een autobiografische manier beweegt hij zich belangstellend en geamuseerd door de bureaucratie van de medische zorg.
Mening
Ik vind dit een goed leesbaar en humoristisch boek. De hoofdpersoon geeft scherpe en humoristische analyses van zichzelf en de medische zorg, waarin de bureaucratie absurde vormen aanneemt. Hij moet bijvoorbeeld heel vaak bloed laten prikken. Als hij dit soort dingen aankaart bij de medewerkers, antwoorden zij meestal met dat het nu eenmaal moet volgens de regels.
Het boek is volledig geschreven in dialoog. Per hoofdstuk spreekt de hoofdpersoon met een ander persoon, aangegeven met de titel van het hoofdstuk. Dat is wel zo fijn, anders zou het onoverzichtelijk worden.
Het beste aspect van het boek vind ik de zelfanalyse van de hoofdpersoon. Hij wordt door zijn omgeving voor gek verklaard, omdat hij zijn gezonde nier afstaat aan een onbekende. Hijzelf zegt dat de risico’s van de opera minimaal zijn, je prima kunt leven met één nier en je iemand helpt die het echt nodig heeft. In de loop van het boek kom je meer te weten van deze persoon (en hij ook van zichzelf). Hieruit volgt dat zijn motieven misschien niet helemaal zuiver zijn. Zijn motieven voor het afstaan van de nier leiden tot het interessantste idee dat dit boek heeft aangedragen: (het volgende fragment is een dialoog met een vriend)
‘Ik wist heel goed waar ik aan begon en ik wist ook dat ik mijn motieven moest verkleden. Wat ik echter achteraf pas goed besefte, is dat mijn doodsverlangen het hoofdmotief was. [...] Ik vond het lekker anarchistisch om een nier af te staan. [...] Die anarchistische energie gaf mij vleugels. Dat vooral mijn doodsverlangen het vuur opstookte, realiseerde ik me dus pas achteraf. Was dat toen al tot mij doorgedrongen, dan was het vuur natuurlijk meteen geblust... De dood is meer berekenend dan het leven. [...]
(de vriend:) ‘Je zegt dat je doodsverlangen door de operatie is verdwenen. Het leven is dus sterker dan de dood, en niet andersom.’
Als je het zo bekijkt, heb je gelijk... Maar natuurlijk klopt dat niet, want ik dat geval zou ik niet hebben gedoneerd. Dan zou ik, het leven dus, de kans op overlijden niet hebben genomen.
‘Misschien moet je het wat abstracter zien. Het leven heeft jouw gemanipuleerd om een nier af te staan, zodat iemand anders door kon leven. De dood is dus een hak gezet.’
Zeg, een interessante invalshoek... Mijn doodsverlangen was dus een instrument van het leven... Niet van míjn leven, maar van hét leven... Leven à doodsverlangen à anarchisme à altruïsme à doneren à weg doodsverlangen à leven, keer twee àleven2... Een gesloten cirkel. Een lemniscaat zelfs. Leven tot in het oneindige...’
Ikzelf had er nog nooit zo over nagedacht, maar er wordt hier een heel goed punt gemaakt. Ik denk dat dit idee mij wel zal bijblijven.
Een vlucht regenwulpen- Maarten ’t Hart (6GE1)
Titel: Een vlucht regenwulpen
Auteur: Maarten ’t Hart
Uitgever: De Arbeiderspers
Jaar van eerste druk: 1978
In het kort
Een autobiografisch relaas van een bioloog over zijn zelfgekozen isolement.
Mening
De hoofdpersoon en ik-verteller Maarten is een afwijkend persoon en hij weet dat. Een groot deel van het boek gaat over hem die zichzelf observeert en analyseert, zowel zijn verleden als in het heden. Ik had vrij weinig connectie met hem.
Ik zie dat het de insteek van dit boek is, dat de hoofdpersoon zo abnormaal is, dat komt uitgebreid aan bod. Helaas had dit tot gevolg dat ik niet goed ‘in het boek kon komen’. De uitingen van zijn abnormaliteit, zoals zijn dwanggedachten over dat hij nog maar twee weken te leven heeft en de droomgestalte van zijn nooit verkregen geliefde Martha, zijn geen uitingen waar ik me iets goed bij kan voorstellen of waar ik in ben geïnteresseerd. Daarnaast vond ik de toon en schrijfstijl niet fijn lezen. Dit was gewoon geen boek voor mij.
Auteur: Maarten ’t Hart
Uitgever: De Arbeiderspers
Jaar van eerste druk: 1978
In het kort
Een autobiografisch relaas van een bioloog over zijn zelfgekozen isolement.
Mening
De hoofdpersoon en ik-verteller Maarten is een afwijkend persoon en hij weet dat. Een groot deel van het boek gaat over hem die zichzelf observeert en analyseert, zowel zijn verleden als in het heden. Ik had vrij weinig connectie met hem.
Ik zie dat het de insteek van dit boek is, dat de hoofdpersoon zo abnormaal is, dat komt uitgebreid aan bod. Helaas had dit tot gevolg dat ik niet goed ‘in het boek kon komen’. De uitingen van zijn abnormaliteit, zoals zijn dwanggedachten over dat hij nog maar twee weken te leven heeft en de droomgestalte van zijn nooit verkregen geliefde Martha, zijn geen uitingen waar ik me iets goed bij kan voorstellen of waar ik in ben geïnteresseerd. Daarnaast vond ik de toon en schrijfstijl niet fijn lezen. Dit was gewoon geen boek voor mij.
Abonneren op:
Posts (Atom)