Auteur: Louis Couperus
Uitgever: Em. Querido’s Uitgeverij
In het kort
De rezident op Java Otto van Oudijck en zijn familie ondervinden onverklaarbare gebeurtenissen nadat Otto een regent ontslaat. De bewoners schrijven deze voorvallen toe aan de zogenoemde stille kracht. Aanvankelijk is Otto sceptisch, maar begint langzamerhand steeds meer in de stille kracht te geloven.
Mening
De eerste bladzijden van het boek zijn gevuld met uitgebreide omschrijvingen die naar mijn gevoel het doel hadden om de lezer te overtuigen dat ze te maken heeft met een kundige schrijver. De eerste paar zinnen van het boek:
De volle maan, tragies die avond, was reeds vroeg, nog in de laatste dagschemer opgerezen als een bloedroze bol, vlamde als een zonsondergang laag achter de tamarindebomen der Lange Laan en steeg, langzaam zich louterende van hare tragische tint, in een vage hemel op. Een doods stilte spande alom als een sluier van zwijgen, of, na de lange middagsiësta, de avondrust zonder overgang van leven begon. Over de stad, wier wit gepilaarde villa-huizen laag wegscholen in het geboomte der lanen en tuinen, hing een donzende geluidloosheid, in de windstille benauwdheid der avonducht, als wat de matte avond moê van de zonneblakende dag der Oostmoesson.
De introductie van het boek schept tevens een mysterieuze sfeer, passend bij het thema van het boek. De omschrijvingen van de omgeving gaan snel over in de omschrijvingen van de personages en hun sociale banden. Dit is het langste gedeelte van het boek en ikzelf vond het niet zo interessant. Er gebeurde te weinig om mijn interesse te houden.
Pas als de stille kracht Léonie van Oudijck te pakken neemt, vinden er meer handelingen plaats. Voor dit voorval wordt de stille kracht en de mystiek van Java telkens genoemd. Er waren enkele ‘intermezzo’s’ die benadrukten dat de westerlingen onvoorbereide en zwakke slachtoffers waren voor de stille kracht. Sommige van deze intermezzo’s waren geschreven uit een perspectief van de alwetende verteller die blijkbaar niet alle personages kende, maar ook de stille kracht en wat hen te gebeuren stond. Vooral zijn/ haar blik naar de toekomst vond ik een vreemd contrast hebben met het boek. Ik zie deze blikken naar de toekomst en het noodlot meer iets voor klassieke toneelstukken dan voor een roman.
Er was ook zo’n intermezzo, maar dan als dialoog tussen twee Javanen. Dat kwam op mij als iets gepaster over.
De stille kracht heeft als resultaat dat de familie van Oudijck uit elkaar valt. Het boek is er in geslaagd te eindigen op een bittere, maar toch vragen oproepende noot. Het verhaal eindigt bij het afscheid van Otto van Oudijck en Eva. Eva zou nooit meer terugkeren naar Indië en Van Oudijck niet naar Holland. Tijdens hun afscheid voelen ze allebei die stille kracht, die hen verslagen heeft. Dit geeft vrij effectief een gevoel van machteloosheid. De vragen die bij mij opdoemden hadden vooral betrekking op de verlopen van de levens van de personages. Zou Léonie in Parijs nog vaak terugdenken aan het voorval in de badkamer? Zou er nog veel last van hebben? Zal Doddy wel gelukkig zijn met Addy of komt ze erachter dat het toch niet zo leuk is met zo’n versierder getrouwd te zijn? Hoe gaat het verder met Theo? Deze vragen komen allen neer op de vraag, die voor mij één van de interessantste is die het boek mij bij opriep: Allen zijn ze verslagen door de stille kracht, maar wat zijn de gevolgen daarvan op hun levens buiten Indië?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten