maandag 25 mei 2015

Karakter- F. Bordewijk (5GE1)

Titel: Karakter
Auteur: F. Bordewijk
Uitgever: Nijgh & Van Ditmar

In het kort
Jacoba Katadreuffe raakt op haar achttiende zwanger van de deurwaarder A.B. Dreverhaven en een zoon, Jacob Willem Katadreuffe, krijgt. Ze voedt hem alleen op, terwijl ze de huwelijksaanzoeken en alimentatie van Dreverhaven afslaat. Jacob wil koste wat het kost advocaat worden, maar zijn vader werkt hem ontzettend tegen.

Mening
Het boek begint met de achtergrond hoe Jacoba Katadreuffe op haar achttiende zwanger raakte van Dreverhaven en alleen voor haar zoon Jacob zorgt tot hij op zijn eenentwintigste zijn eigen weg gaat. Dit eerste gedeelte is vrij vlot geschreven, het tempo is fijn, niet te langzaam. Op het moment dat Jacob, in het boek Katadreuffe genoemd, een sigarenwinkeltje overneemt en failliet gaat, daalt het tempo drastisch. Katadreuffe’s tijd als typist, besluit om advocaat te worden en afwijzingen jegens vrouwen die in hem geïnteresseerd zijn behoren ook tot dit stuk. Ik vond het eerste, vlottere stuk veel fijner lezen dan de rest van het boek.

De centrale vraag van het boek is waarom Dreverhaven zijn zoon zo erg tegenwerkt. De ontknoping verdraait het hele beeld. Jacob beweert dat Dreverhaven hem heeft tegengewerkt, terwijl Dreverhaven beweerde dat hij juist had meegewerkt. Deze ‘twist’ is één van de belangrijkste aspecten van het boek. Ook de trieste beschouwing van Jacob dat er vier mensen in zijn leven waren: Jan Maan, Lorna te George, zijn moeder en zijn vader, aan het eind van het boek is effectief. Het eindigt met een sombere realisatie en een vrij bitter open einde. Het is onzeker wat Jacob met de rest van zijn leven gaat doen en of hij ooit gelukkig wordt. Het geeft de lezer de kans na te denken over of Jacob’s conclusies juist zijn, wat hij/ zij zelf in zijn situatie zou doen/ zou hebben gedaan en wat er met Jacob gebeurt na afloop van het boek. Het aanzetten tot nadenken vind ik een erg passend einde voor Karakter, omdat het de lezer op dezelfde plek als Jacob zet. Jacob Hij kijkt neerslachtig terug naar zijn beslissingen in het verleden  en lezer kijkt over zijn schouder mee

zondag 10 mei 2015

De stille kracht- Louis Couperus (5GE1)

Titel: De stille kracht
Auteur: Louis Couperus
Uitgever: Em. Querido’s Uitgeverij

In het kort
De rezident op Java Otto van Oudijck en zijn familie ondervinden onverklaarbare gebeurtenissen nadat Otto een regent ontslaat. De bewoners schrijven deze voorvallen toe aan de zogenoemde stille kracht. Aanvankelijk is Otto sceptisch, maar begint langzamerhand steeds meer in de stille kracht te geloven. 

Mening
De eerste bladzijden van het boek zijn gevuld met uitgebreide omschrijvingen die naar mijn gevoel het doel hadden om de lezer te overtuigen dat ze te maken heeft met een kundige schrijver. De eerste paar zinnen van het boek:

De volle maan, tragies die avond, was reeds vroeg, nog in de laatste dagschemer opgerezen als een bloedroze bol, vlamde als een zonsondergang laag achter de tamarindebomen der Lange Laan en steeg, langzaam zich louterende van hare tragische tint, in een vage hemel op. Een doods stilte spande alom als een sluier van zwijgen, of, na de lange middagsiësta, de avondrust zonder overgang van leven begon. Over de stad, wier wit gepilaarde villa-huizen laag wegscholen in het geboomte der lanen en tuinen, hing een donzende geluidloosheid, in de windstille benauwdheid der avonducht, als wat de matte avond moê van de zonneblakende dag der Oostmoesson. 

De introductie van het boek schept tevens een mysterieuze sfeer, passend bij het thema van het boek. De omschrijvingen van de omgeving gaan snel over in de omschrijvingen van de personages en hun sociale banden. Dit is het langste gedeelte van het boek en ikzelf vond het niet zo interessant. Er gebeurde te weinig om mijn interesse te houden. 

Pas als de stille kracht Léonie van Oudijck te pakken neemt, vinden er meer handelingen plaats. Voor dit voorval wordt de stille kracht en de mystiek van Java telkens genoemd.  Er waren enkele ‘intermezzo’s’ die benadrukten dat de  westerlingen onvoorbereide en zwakke slachtoffers waren voor de stille kracht. Sommige van deze intermezzo’s waren geschreven uit een perspectief van de alwetende verteller die blijkbaar niet alle personages kende, maar ook de stille kracht en wat hen te gebeuren stond. Vooral zijn/ haar blik naar de toekomst vond ik een vreemd contrast hebben met het boek. Ik zie deze blikken naar de toekomst en het noodlot meer iets voor klassieke toneelstukken dan voor een roman. 
Er was ook zo’n intermezzo, maar dan als dialoog tussen twee Javanen. Dat kwam op mij als iets gepaster over.

De stille kracht heeft als resultaat dat de familie van Oudijck uit elkaar valt. Het boek is er in geslaagd te eindigen op een bittere, maar toch vragen oproepende noot. Het verhaal eindigt bij het afscheid van Otto van Oudijck en Eva. Eva zou nooit meer terugkeren naar Indië en Van Oudijck niet naar Holland. Tijdens hun afscheid voelen ze allebei die stille kracht, die hen verslagen heeft. Dit geeft vrij effectief een gevoel van machteloosheid. De vragen die bij mij opdoemden hadden vooral betrekking op de verlopen van de levens van de personages. Zou Léonie in Parijs nog vaak terugdenken aan het voorval in de badkamer? Zou er nog veel last van hebben? Zal Doddy wel gelukkig zijn met Addy of komt ze erachter dat het toch niet zo leuk is met zo’n versierder getrouwd te zijn? Hoe gaat het verder met Theo? Deze vragen komen allen neer op de vraag, die voor mij één van de interessantste is die het boek mij bij opriep: Allen zijn ze verslagen door de stille kracht, maar wat zijn de gevolgen daarvan op hun levens buiten Indië? 

Werkstuk Een nagelaten bekentenis (5GE1)

Een nagelaten bekentenis




Paulien van den Berg
Alyssa van der Lans
Celeste Vervoort
Noortje ten Wolde
5GE1
Januari 2015

Inleiding
Een nagelaten bekentenis (1894) is het bekendste boek van de Nederlandse schrijver Marcellus Emants (1848- 1923). Dit werk is nog steeds een belangrijke aanwezigheid in de Nederlandse schoolliteratuur; vandaar dat deze roman het onderwerp is voor dit werkstuk.


Analyse
Een nagelaten bekentenis is een heel apart boek. Op de een of andere manier is Emants erin geslaagd je gaandeweg het boek medelijden te laten krijgen met een uiterst trieste hoofdpersoon die ook nog eens een moord heeft gepleegd op zijn vrouw, waarvan je eigenlijk niet weet of deze moord nou “terecht was”. Het boek begint met de zin “Mijn vrouw is dood en al begraven.” Dat is natuurlijk een uiterst merkwaardig begin en daarmee heeft Emants al de volledige aandacht gekregen. De rest van het boek is eigenlijk een grote biecht geschreven vanuit de hoofdpersoon Willem Termeer over hoe het zover is gekomen dat hij die vrouw vermoord heeft. De titel is ook makkelijk te verklaren, aangezien het hele boek een grote bekentenis is over hoe  en waarom hij zijn vrouw heeft vermoord.

Hij begint het verhaal met zijn jeugd. Hij vertelt over hoe verschrikkelijk hij is en over hoe lelijk en laf en verschrikkelijk zijn jeugd was. Daarbij plaatst hij eigenlijk daar al alle schuld buiten zichzelf, hij begint hier al met het afschuiven op een aaneenschakeling van gebeurtenissen waar hij verder (volgens hemzelf( weinig aan heeft kunnen doen. Die lijn gaat door in het hele boek, het determinisme staat centraal in het boek. Alle gebeurtenissen komen voort uit eerdere gebeurtenissen en hij is als persoon daar nogal passief in gebleven. Dat zorgt er ook voor dat hij de uiteindelijk gepleegde moord min of meer kan rechtvaardigen. Het poneert zijn daad alsof het de enige uitweg was.

Het hoofdthema van het boek is het zoeken naar liefde en de uiteindelijke conclusie dat echte liefde niet echt kan bestaan, dat het meer een illusie is. Elke liefdesrelatie die Termeer aangaat is op enig punt niet goed genoeg, ofwel de liefde kom enkel van zijn kant (zoals bij Carolien en bij de eerdere onbeantwoorde liefdes), ofwel het is geen liefde maar pure schijn omdat dat vanuit de maatschappij van hem verwacht wordt (zoals bij Anna). Uiteindelijk zorgt de drang naar liefde bij Termeer ervoor dat zijn hele leven een zooitje wordt, en hij schuift het af op zijn eigen lafheid. Die lafheid schuift hij weer af op dat hij de lafheid heeft geërfd en dus stelt hij dat het allemaal niet zijn schuld is, hoe zijn leven met de uiteindelijke moord is verlopen.

Naast de ik-persoon Willem Termeer, die dus vooral heel miezerig en laf overkomt en waarbij het maar niet lukt om zichzelf te uiten en zijn leven daadwerkelijk op de rails te krijgen, zijn er uiteraard ook andere belangrijke personen in het boek. Allereerst Anna, de vrouw waarmee hij uiteindelijk trouwt. Dat was meer uit noodzaak en wanhoop dan daadwerkelijke liefde en dat blijkt ook al snel want het hele huwelijk bestond uiteindelijk uit langs elkaar heen leven. Vaak in stilte, soms met ruzie. Anna is ook uiterst verdrietig over de dood van hun enige kind. Dat is iets waar Termeer compleet harteloos over doet. Anna zelf doet helemaal niets, ze wil ook niet scheiden van Termeer toen hij dat voorstelde, want ze ziet het als haar plicht om in dit huwelijk te blijven ook al is het volkomen mislukt. Het boek maakt het makkelijk om haar snel heel vervelend te gaan vinden, wat waarschijnlijk het resultaat is van het feit dat het boek is geschreven vanuit het perspectief van Termeer.
Daarnaast is er de buurman De Kantere, een ex-predikant, de man waar Anna van is gaan houden, zeker na de dood van haar dochtertje. En dat weet Termeer. Maar desondanks sukkelt het huwelijk van Willem en Anna voort.
Dan is er nog Carolien. Dat is de vrouw bij wie Willem Termeer denkt echte liefde te hebben gevonden. Hij houdt van haar en is bereid van alles op te geven voor haar, maar zij is uiteindelijk enkel uit op zijn geld. Ergens voelt het voor Termeer alsof hij de moord op zijn vrouw pleegt voor Carolien. Alsof die moord nodig was, hem te bevrijden van het blok aan zijn been, zijn vrouw, om dan een leven met Carolien op te bouwen. Het voelt voor hem ook niet vreemd dat Carolien zoveel geld eist, want het is logisch dat als hij haar helemaal voor zichzelf wilt, zij hem ook helemaal mag krijgen. Zo is zijn beredenering. Het boek eindigt ermee dat hij zich afvraagt het te moeten bekennen aan Carolien, in de hoop dat ze dan eindelijk echt van hem kan houden. Het is een ontzettend triest einde, want als lezer weet je dat zijn verhouding met Carolien helemaal nergens op slaat en is het pijnlijk om te lezen dat hij telkens hoop blijft houden dat het Carolien om meer dan geld te doen is. Daardoor krijg je ook medelijden met Termeer.

Ondanks het feit dat de hoofdpersoon ‘normale mensen’ haat, hij zijn vrouw heeft vermoord, egoïstisch is en af en toe compleet harteloos lijkt, krijg je sympathie voor hem. En dat is wat dit boek bijzonder maakt. Je begint hem te begrijpen en voelt met hem mee over het feit dat het hem niet lukt liefde te vinden en het hem zoveel moeite kost niet op te biechten wat hij met zijn vrouw heeft gedaan, in plaats van dat je hem er echt op veroordeelt.


Plaatsing in een literaire stroming
Een nagelaten bekentenis is een werk dat valt onder het naturalisme. Het naturalisme heeft een aantal kenmerken die allen voorkomen in Een nagelaten bekentenis.

Naturalisme wordt als een uitwerking of gevolg van het realisme gezien. Waar het realisme het doel heeft om de waarheid zo objectief mogelijk weer te geven (in dit geval het leven van de mens), poogde het naturalisme ook te laten zien waarom een mens wordt zoals hij is. Een nagelaten bekentenis is het ‘zelfgeschreven’ levensverhaal van een man die net zijn vrouw heeft vermoord vanaf zijn lagere school tot het heden. Op de tweede pagina van het verhaal wordt dit letterlijk gesteld:

Om te doen begrijpen, hoe verschillend ik me zelf voorkom van de overgrote meerderheid der mensen, is ’t niet genoeg, dat mijn bekentenis aanvangt met de dag, waarop ik mijn overleden vrouw leerde kennen. Ik moet opklimmen tot de eerste ervaringen, die mij mijn duister binnenste ontsluierden.

Over het algemeen zijn naturalistische romans somber en pessimistisch en gaan over mensen die het psychisch moeilijk hadden. De hoofdpersoon Willem heeft een heleboel mentale lasten waaronder faalangst en mensenschuwheid. Hij voelt zich een afwijkend persoon en vraagt zich af hoe dat komt.

Was ik werkelijk in één of meer opzichten een uitzondering, een abnormaliteit en zo ja, in hoeverre dachten, voelden, streefden, vermochten de normale naturen meer of minder dan ik? […]
De antwoorden waren steeds even vernederend als verlammend ; maar het troosteloze van die uitkomst heeft mij er niet toegebracht aan de juistheid te twijfelen. Ik hield en houd me voor een degeneratie.
Ik kan misschien minder lijden, maar zeker ook minder genieten dan de gewone, gezonde mens. (blz. 64)

Ook is Willem niet sociaal aangelegd en neigt hij naar het kwade.

Genot zoekt al wat ademhaalt ; maar het normale, het goed individu vindt bevrediging in een leven ten bate van anderen. Mijn natuur hunkert naar een genieten ten koste van anderen en krijgt, in plaats van blijmoedige voldoening, lusteloze afmatting. (blz. 64)

Dit fragment wordt gevolgd door het volgende, wat nog een belangrijk element uit het naturalisme bevat, namelijk de invloed van overerving en opvoeding:

In de herediteit meende ik de verklaring hiervoor te vinden.
Geen liefde had mijn ouders samengevoerd ; van daar het kille, nuchtere egoïsme van mijn gemoedsleven. Uitgeput door een woeste jeugd had mijn vader me nog wel zijn overspannen begeerten geschonken, maar niet de kracht ze te beteugelen of te voldoen. Door het besef van mijn minderheid in de strijd des levens was ik lafhartig geworden bij mijn eerste botsing met een ander individu en de ijdelheid, het erfdeel van mijn moeder, had me gedwongen die zwakheid zó goed te koesteren dat ie onuitroeibare wortels moesten schieten in het diepst van mijn ziel. (blz. 65)

Het naturalisme ging ervan uit dat een mens gevormd wordt door drie factoren: erfelijke aanleg, sociaal milieu (opvoeding) en de tijd waarin een mens wordt grootgebracht en leeft.
De erfelijke aanleg en de opvoeding zijn samengevat in het vorige fragment.
Het volgende segment zet Willems visie uiteen over de invloed van de tijd waarin men leeft:

’t Is waar, hoe beter een mens past in zijn tijd, vooral in de conventies van zijn tijd, hoe minder hij in onaangename botsingen komt, hoe minder hij dus gedwongen wordt door te denken over de ware beweegredenen van de menselijke handelingen, hoe gereder hij derhalve allerlei moois bij anderen onderstelt, dat hij in zich zelf meent waar te nemen, hoe tevredener hij bijgevolg is in zijn verblindheid en hoe gunstiger hij denken moet over het leven. (blz.63)

Een ander kenmerk van het naturalisme is het fatalisme: de opvatting dat het leven geheel bepaald wordt door het noodlot. Willem denkt ook dat het noodlot van buitenaf wordt bepaald. Hij heeft moeite met het feit dat hij niet is of doet wat hij wil zijn of doen en zijn onvermogen daar iets aan te veranderen:

Maar niets… niets te willen, niets te kunnen en dan toch terug te schrikken voor een leven zonder enige belangstelling, toch de sprong niet te durven wagen in de eindeloze slaap… de marteling was zo uitgezocht wreed, als alleen die gruwbare macht, welke ons leven afbakent – noem ’m het lot, de omstandigheden, de herediteit, God – er een kan verzinnen en uitwerken! (blz. 83)

Het naturalisme legt ook een grote nadruk op onderbewuste gevoelens, vooral op de seksuele. Willem verlangt praktisch heel zijn leven naar liefdevolle seks, vrouwen en emoties en denkt dat  (en oplossingen voor velen van zijn problemen) te vinden door te trouwen met Anna. Hij vindt echter pas zijn seksuele bevrediging bij Carolien die hij daarvoor betaalt.

Maar neen! - Carolien was keurig ingericht ; haar mooi viel dichtbij niet tegen ; ze had niets, dat me hinderede ; ze gedroeg zich noch ruw, noch verveeld ; ze deed, alsof er geen geld in het spel was en een uur lang genoot ik ongeveer, wat ik zo vaak, op zoveel plaatsen vruchteloos gezocht had. (blz 137)

Toch weet Willem dat het met Carolien slechts een illusie is, maar hij kan niet meer zonder haar. Vooral overeenkomen van een prijs en het feit dat ze hetzelfde biedt aan andere mannen zit hem dwars.

Dit afschuwelijke taxeren van haar liefkozingen deed voor een ogenblik mijn illusie haast geheel verbleken. Had ze mij die woorden maar geschreven, nooit ware ik tot haar weergekeerd. Nu mijn ogen haar echter bleven genieten, was mijn verstand onmachtig zich af te wenden. Ik verzwolg de pijnlijk impressie gelijk een vis de hoek verzwelgt, die verborgen is in het aas. (blz.143)


Werkspecifiek belangrijk onderdeel/ kenmerk
In het boek zijn duidelijk elementen van het leven van Marcellus Emants terug te zien. In het boek Een nagelaten bekentenis, één van zijn belangrijkste boeken, heeft hij een aantal aspecten van zijn eigen leven laten terugkomen in de hoofdpersoon, Willem Termeer. Een voorbeeld hiervan is dat Emants een slechte en ongemotiveerde leerling was en dat hij de dood van zijn vader beschouwde als een goed excuus om niet af te studeren. In het boek wordt Termeer ook neergezet als een slechte leerling, die zijn studie niet afmaakte. Verder leefde Emants van de erfenis van zijn vader en heeft hij nooit een baan gehad, wat ook bij Termeer het geval was.

Emants is een van de weinigen die in de Nederlandse literatuur geschreven heeft in de stijl van het naturalisme. Emants leefde en dacht zelf ook voor een groot deel in het gedachtegoed van het naturalisme. Alles is van tevoren bepaald en het is onmogelijk om het lot te veranderen. In het boek zie je dit ook duidelijk terug in de manier van denken van Termeer.

In het boek vermoordde Termeer zijn vrouw. Dit is niet gebaseerd op het leven van Emants. Op het moment dat zijn boek uitkwam, had hij een stabiel huwelijk. Toch kende zijn relaties met vrouwen in zijn leven veel naturalistische elementen. Zijn eerste vrouw overleed na slechts twee jaar huwelijk. Ook zijn tweede vrouw stierf, ditmaal na 20 jaar huwelijk. Zijn derde huwelijk was een ongelukkig en dramatisch. Uit dit huwelijk werd een dochtertje geboren dat Emants heel erg verwende.

Emants maakte zichzelf niet geliefd bij de mensen, omdat hij heel erg pessimistisch overkwam. Hij zei hierop het volgende: ‘U noemt mij een pessimist, en ik aanvaard die naam’. Emants was geen vrolijke man en vond het leven zeker naarmate hij ouder werd één grote ketting van teleurstellingen. Hij vond het leven nutteloos en hij geloofde niet in ware liefde. Het karakter Termeer heeft zijn pessimistische blik op de duidelijk te danken aan het eigen leven van zijn schrijver.

Emants hield van reizen en Termeer hoopte dat hij door te reizen liefde zou vinden. Hoewel niet kan worden gezegd dat hij echt van reizen hield, leek het alsof hij minder ongelukkig was toen hij reisde dan toen hij op één plaats woonde.

Aan het einde van het leven werd Emants steeds somberder. Hij wilde dat het leven voor hem voorbij was. In het hele boek waren de gedachten van Termeer somber en op het randje van depressief, terwijl Emants niet depressief of somber was toen hij het boek schreef. Wel was hij een geboren pessimist. Hij was, zoals hiervoor al gezegd, tijdens het schrijven van Een nagelaten bekentenis ook nog gelukkig getrouwd. Echt depressief werd hij pas in zijn derde huwelijk; zijn vrouw had bovendien last van ernstige zenuwaanvallen. Het voelt alsof hij in de toekomst naar zichzelf kon kijken en dat verwerkte in het karakter Termeer.


Historische plaatsing van het werk
Het boek laat duidelijk de maatschappelijke ontwikkelingen van 1880 tot 1920 zien. De wetenschap en dan vooral de psychologie maakten grote veranderingen door die een minstens even grote invloed hadden op de maatschappij. Het is de tijd van de wetenschap en het bestuderen van de mens zelf. Niet enkel de psychologie maar ook de biologie verandert sterk. Darwins evolutietheorie echoot nog na in de samenleving en brengt ook nieuwe ideeën tot leven in de literatuur. Er ontstonden veel nieuwe vragen zoals: Wat voor invloed heeft deze erfelijkheid op ons? Wat als alles erfelijk is? Kunnen onze fouten ook de schuld van onze voorouders zijn? De mens is niet langer verheven boven de natuur maar is er zelf een onderdeel van. De mens is slechts één van de vele toevallige uitkomsten van het blinde evolutionaire proces. De ontgoocheling die velen voelen door de theorie veranderd in deze tijd geleidelijk in een acceptatie en brengt natuurlijk veel cynisme mee. Wat als je slechts een fout in het proces bent? Dit thema komt natuurlijk heel duidelijk terug in het boek.

Een andere wetenschapper die de grondvesten van de samenleving in die tijd deed trillen was Freud. Zijn psychoanalyse en het idee dat de menselijker psyche ontleedbaar is geven de literatuur een duw in een heel andere richting. Het menselijke zielenlevens werd natuurlijk altijd wel bestudeert in romans, maar nu kreeg het allemaal een wetenschappelijk tintje. Deze zelfontleding, dit analyseren van al zijn gedrag door de hoofdpersoon, is dan ook een weerklank van de sterke maatschappelijke veranderingen in die tijd.

Naast al deze veranderingen heeft het boek een ander aspect van de samenleving van 1880 tot 1920 bewaard; het huwelijksleven. In Nederland waren het huwelijk en het gezin heel belangrijk. Bijna 90% van de volwassenen trouwde. Het merendeel van de mensen trouwde als ze eind twintig waren en dus al goed in staat voor zichzelf te zorgen. Het was volgens de maatschappij de beste levensvorm en het moderne gezinsleven werd gemaakt tot ideaal. Dit betekent romantische liefde tussen de echtgenoten en veel liefde voor de kinderen. Het totale gebrek hieraan in het boek is natuurlijk significant. Een huwelijk was voor het leven.

Echtscheiden was vrijwel onmogelijk en kon eigenlijk alleen in het geval dat het te bewijzen was dat één van beide echtgenoten overspel had gepleegd. Het was natuurlijk ook oneervol om te scheiden, zeker voor de vrouw, wier taak het was het huwelijk en huishouden goed te houden. Dit verklaart waarom onberispelijk Anna absoluut niet wilde scheiden en ook de wanhoop van Termeer om te bewijzen dat zijn vrouw overspel pleegde of desnoods zichzelf te laten betrappen op overspel. Al met al geeft het boek een uitstekend beeld van de maatschappij uit die tijd en de problemen die zich voordeden verscholen onder het ideaalbeeld.


Taakverdeling
Alyssa
Werkspecifiek belangrijk onderdeel/ kenmerk (dus context van de schrijver)
Celeste
Historische plaatsing van het werk.
Noortje
Analyse van het werk.
Paulien
Plaatsing in een literaire stroming.  Verslag opmaken.

Bronnen


J.A. Dautzenberg- Literatuur: Geschiedenis en theorie