vrijdag 27 december 2013

Boek 8: Laura’s eiland- Anneke Scholtens (4GE, 34)

Titel: Laura’s eiland
Auteur: Anneke Scholtens
Uitgever: Leopold

In het kort
Laura’s beste vriendin heeft net een nieuw vriendje en haar ouders zijn net gescheiden. Laura voelt zich alleen en ze voelt zich alleen nog maar slechter als de vader van haar oppaskinderen probeert te zoenen. Laura trekt zich terug, ‘op haar eiland’, zoals ze dat noemt. Ze voelt zih daar veilig en ontastbaar. Dan groeit er een nieuwe zelfverzekerdheid in haar.

Mening
Een niet zo heel bijzonder boek, maar nog steeds redelijk vermakelijk. De hoofdpersoon Laura’s situatie, omgeving en interacties met andere personen zijn vrij standaard en ze is geen complex karakter, maar het verhaal loopt goed en het heeft een zoete happy ending met een moraal (zonder dat daar overdreven letterlijk naar wordt verwezen).

woensdag 25 december 2013

Boek 7: heb jij het buskruit soms uitgevonden- Dolf Verroen (4GE, 33)

Titel: heb jij het buskruit soms uitgevonden
Auteur: Dolf Verroen
Uitgever: Leopold

In het kort
Het gaat over Pip die zijn vader probeert terug te krijgen als hij per ongeluk zijn vader eerst in een stekelvarken, dan in een kanarie en vervolgens in een papegaai heeft veranderd.

Mening
Een ontzettend leuk en ontzettend random boek. Het lijkt alsof de auteur zomaar is begonnen te schrijven, in de eerste paar regels al iets geks had geschreven en besloten heeft door te schrijven aan een absurd verhaal (dit alles op een positieve manier).  Het is een kort boek (maar 86 bladzijden), maar ik vind het geweldig. In de wereld die de auteur heeft geschapen, is het zowel herkenbaar en vertrouwd als fantastisch en er kan alles gebeuren. In boeken zijn er eigenlijk geen restricties, maar veel boeken houden ze wel aan (bijvoorbeeld als het zich in de echte wereld afspeelt). Dit boek speelt zich (een soort van) in de echte wereld af, maar maakt er gebruikt van dat er in feite geen restricties zijn. Uit het niets komen nieuwe kleurrijke personages, vreemde gebeurtenissen en alles gebeurt (volgens mijn beleving) in een sneltreinvaart. Er gebeurt heel veel in de korte 86 pagina’s. Er zijn ontzettend veel plottwists. Zelfs op de vreemdste reageert Pip alsof het vervelend, maar niet ongewoon is. ‘heb jij het buskruit soms uitgevonden’ is één van de vreemdste boeken die ik heb gelezen, maar ook één van de grappigste en randomste boeken met de droogste humor die ik ooit gelezen heb. Dit is echt een boek wat ik in mijn hoofd zie afspelen als ik het lees. Ik raad het zeker aan.

Boek 6: IJskoude handen- Bies van Ede (4GE, 32)

Titel: IJskoude handen
Auteur: Bies van Ede
Uitgever: Wolters Noordhoff

In het kort
Het gaat over Eva, die de mysterieuze Victor probeert te helpen nadat hij op een feestje geslagen is en nadat zijn tante is op gruwelijke wijze is vermoord.

Mening
Terwijl ik dit boek aan het lezen was had ik één mooie éénzinsomschrijving van het verhaal: ‘Het lijkt op een slechte horrorfilm.’ De ironie van mijn gedachte is dat er achterin het boek de inspiratie staat van dit verhaal. Een stukje uit deze tekst: ‘Mijn eerste gedachte na het lezen van het krantenartikel (over een door een ongeluk overleden achttienjarig meisje dat vier maanden zwanger was maar met een nog levend ongeboren kind) was: als Stephen King hier maar niet achter komt. Want wat er in de kranten stond, was een perfect horror-plot.’ De proloog en epiloog zijn ontzettend horrorachtig, net als de platte karakters. De hoofdpersoon Eva heeft amper een persoonlijkheid. De tweeling Rutte is gewoon knettergek zonder dat daar een goede reden, oorzaak, psychologische achtergrond of iets dergelijk bij gegeven is. Judith en Jurriaan zijn het stereotype ‘paartje’. Het idee van Victor, dat hij geboren is uit een dood lichaam en daarom zelf ook deels dood is en daarom anderen ook dood wil maken, is een goede opzet naar een eng verhaal, maar zijn personage is erg slecht uitgewerkt. Het grootste deel van de tijd zegt hij onzin (of niks), kijkt voor zich uit met een lege blik en gedraagt zich vreemd. Misschien met dit worden opgevat als ‘creepy’, maar ik zie het als een gefaalde poging tot hem eng maken. Het verhaal met de focus op Eva wordt afgewisseld met stukken over de rechercheurs Van Zoom en Bergen. De afwisseling tussen de twee delen en het feit dat het  twee rechercheurs zijn die de moorden proberen op te lossen is erg cliché. Nog een cliché punt is dat Victor zo gehecht is aan zijn moeder (vooral in horrorverhalen, denk maar aan Psycho van Alfred Hitchcock), maar in dit verhaal lijkt het geforceerd en niet oprecht. Vooral de personages maken het verhaal ongeloofwaardig, maar alle psychologische stukken en het gebruik en de werking hypnose in dit verhaal maken het zeker niet beter. Dit is een boek dat ik zeker niet aanraad. 

Boek 5: Baby- Marjan van Abeelen (4GE, 31)

Titel: Baby
Auteur: Marjan van Abeelen
Uitgever: J.H. Gottmer

In het kort
De zestienjarige Babette heeft liefdesverdriet en gaat daarom steeds vaker om met Flynn. Door hem wordt de losbandiger en begint een beetje alcohol te drinken en joints te roken. Op een avond laat ze zich door hem verleiden terwijl ze onder invloed van de drank en drugs niet helemaal weet waar ze mee bezig is. Als ze drie maanden later zwanger van Flynn blijkt te zijn, moet ze gaan beslissen wat ze wil met de ongeboren baby.

Mening
Ik heb dit boek niet echt met plezier gelezen. Misschien komt het omdat ik al veel boeken van dit soort heb gelezen en dat alle meisjes soortgelijke fouten maken. Voor mij was het een beetje voorspelbaar, maar ik kan me voorstellen dat personen die niet veel boeken met hetzelfde onderwerp hebben gelezen het erg aangrijpend vinden. Een groot deel van het boek ging gewoon over alledaagse situaties en gesprekken en als je al kunt voorspellen wat er gaat gebeuren, wordt het verhaal op sommige punten saai. Het is ook zo dat ik betere boeken met dit soort onderwerpen heb gelezen (zoals die van Helen Vreeswijk). Ik had ook een beetje het gevoel dat de schrijfster het extra dramatisch wilde maken met de toevoeging van drugs en loverboys. Het verhaal werkte gewoon niet helemaal voor mij. 

Boek 4: Moord in Amsterdam- Gertrude de Jong (4GE, 30)

Titel: Moord in Amsterdam
Auteur: Gertrude de Jong
Uitgever: Malmberg (Boektoppers 1998)

In het kort
Het gaat over de twee meisjes Fransje (welopgevoed uit een rijke familie) en Dientje (het zusje van de dienstbode). Ze proberen uit de zoeken wie een diefstal heeft gepleegd en als ze later het lijk van een verdachte vinden, gaan ze ook de moordenaar zoeken. 

Mening
Dit is weer een boek dat ik enig en alleen heb gelezen omdat het toevallig in mijn boekenkast stond. Het is duidelijk als een kinderboek geschreven en de hoofdpersonen gedragen zich als echte kinderen. Dat is te merken aan hun acties en dialoog. Het speelt zich af in het begin van de twintigste eeuw. Er zijn een paar historische elementen goed in het boek verwerkt: feministische demonstratie voor het vrouwenkiesrecht, een toespraak van Aletta Jacobs, prinses Juliana als baby, het kinderweekblad ‘Ons blaadje’ en nog andere dingen. Dat vind ik één van de betere dingen uit het boek. Het detective-aspect van het verhaal is leuk voor kinderen, maar als je ouder bent, vind je waarschijnlijk (zoals ik) het wel heel kinderlijk. Het aspect dat de meisjes beiden een andere afkomst hebben vind ik goed en Fransje bevraagt in haar kinderlijke  zelfs een stukje uit de Bijbel (soort zoekt soort en stand hoort bij stand). Concluderend: het is een leuk boekje voor kinderen, maar te kinderachtig voor ouderen. 

Boek 3: De Kunstrijder- Jan Terlouw (4GE, 29)

Titel: De Kunstrijder
Auteur:  Jan Terlouw
Uitgever: Wolters Noordhoff (Jonge Lijsters)

In het kort
Als de spastische Patrick en de dove Tom s’avonds een meisje een kelderraam van het museum zien inslaan en daar een groot pak mee naar binnensmokkelt, proberen ze met het meisje in contact te komen. Zo raken ze betrokken bij een erg opmerkelijke zaak.

Mening

Een erg goed boek met interessante thema’s en leuke personages. Het plot is erg goed geschreven, het is niet te voorspelbaar, er zijn wendingen en onverwachts. Het klopt allemaal goed en er gebeurt veel.
De schrijfstijl vind ik ook heel erg goed, er worden details besproken zonder dat het verhaal er onder lijdt (het wordt er juist beter van) en het zit vol met filosofische gedachten en interessante denkbeelden. Dit is een aanrader.

Boek 2: Fausto Koppie- Anke de Vries (4GE, 28)

Titel: Fausto Koppie
Auteur: Anke de Vries
Uitgever: Lemniscaat  
‘Een uitgave van de Stichting Collectieve Propaganda van het Nederlandse Boek ter gelegenheid van de Kinderboekenweek 1994’

In het kort
Stijn houdt van fietsen. Als bij hem in de buurt een fietsenwinkel opent, bevriend hij de eigenaar meneer Roeleveld snel. Ze praten veel over hun hobby en vooral over het idool van meneer Roeleveld, Fausto Coppi. Stijn merkt dat er een ontzettend mooie fiets, waar ‘Fausto Koppie’, op staat in de winkel hangt, maar die blijkt niet te koop te zijn. Er is iets met deze fiets en ook met meneer Roeleveld aan de hand en het heeft allemaal met Fausto Koppie te maken.

Mening

Een leuk boekje dat vlot is geschreven. Het plot heeft een goed tempo en er zijn een paar verrassinkjes. De karakters leren door het verhaal heen en het geeft een positief gevoel. Het verhaal was niet ontzettend bijzonder, maar nog steeds vermakelijk. 

Boek 1: Twaalf sloeg de klok- Paul Biegel (4GE; 27)

Titel: Twaalf sloeg de klok
Auteur: Paul Biegel
Uitgever: Uitgeversmaatschappij Holland- Haarlem

In het kort
Een jongetje heeft dromen over allerlei bosdieren en een luchtpaleis.

Mening
Dit was een boek dat heel anders is dan andere boeken die ik heb gelezen. De verschillende tijdsindelingen, verhaallijnen, karakters en de bijeenkomsten daarvan maakt het een interessant geheel. Het verhaal speelde zich af in de dromen van een jongetjes, dus dat maakt alles mogelijk. Het boek maakt hier gretig gebruik van door karakters en omgevingen te scheppen die uit het niets komen waarmee de schrijver niet zou zijn weggekomen in een verhaal in de echte wereld. Dit boek was interessant, maar niet geschikt voor iedereen. Je moet de vreemde elementen accepteren om dit boek te kunnen waarderen.


donderdag 23 mei 2013

Boek 10 3L: Isabelle- Tessa de Loo (26)

Titel: Isabelle
Auteur: Tessa de Loo
Uitgever: De Arbeiderspers

Mening
Ik vind dit een interessant boek dat je laat nadenken over wat je normaal gewoon ‘mooi’ of ‘lelijk’ noemt. Het laat je kijken vanuit verschillende perspectieven en wat de effecten zijn van mooi of lelijk zijn. Jeanne vindt lelijk zijn een hel en heeft alle negatieve gevolgen daarvan gemerkt. Ook mooi zijn heeft niet alleen voordelen, zoals Isabelle laat weten in haar (weliswaar verzonnen) verhalen. Het boek laat je ook nadenken over wat mooi en lelijk is en wat dat bepaalt. Ik vind de omschrijvingen en de manieren waarop het verhaal iets wil vertellen vaak mooi.

Centrale thema

De kwestie over hoe schoonheid het leven bepaald staat centraal in dit verhaal.


Titelverklaring
De titel verwijst naar Isabelle Amable, de beroemde filmster die op klaarlichte dag verdwijnt. Isabelle is niet de hoofdpersoon; maar is wel één van de belangrijkste. Er worden ook nooit stukken van het verhaal in haar perspectief verteld. Het eerste hoofdstuk wordt in het hij-perspectief dat geen karakter specifiek volgt verteld, de rest van het boek is ook hij-perspectief dat afgewisseld Jeanne en Bernard volgt.

Personages
Jeanne Bitor
Jeanne Bitor is een zeer lelijke jaloerse vrouw die heel haar leven is afgewezen door haar uiterlijk en daardoor heel verbitterd is geworden. Ze is jaloers op het mooie mensen , geobsedeerd door het vastleggen van vergankelijkheid in schilderijen en ontvoert Isabelle om het vergaan van haar schoonheid vast te leggen.

Isabelle Amable
Isabelle is een zeer mooie filmster die het allemaal lijkt te hebben; een aardige familie, een lieve verloofde, hordes mannen die haar aanbidden en natuurlijk een geweldig uiterlijk. Ze begrijpt eerst niet waarom Jeanne zo verbitterd is om haar uiterlijk, maar naarmate tijd verstrijkt krijgt ze sympathie voor haar en begint ze haar perspectief beter te begrijpen. Ook na haar bevrijding blijft ze het voor Jeanna opnemen

Bernard Buffon
Bernard Buffon is een stille aanbidder van Isabelle nadat zij hem eens had geholpen met een paar pestkoppen. Sindsdien is hij smoorverliefd op haar en nadat iedereen de hoop op de terugkeer van haar heeft opgegeven, zoekt hij door. Als hij Isabelle vindt en redt, snapt hij niet waarom Isabelle niet wil dat Jeanne gestraft word (ze vindt dat het leven haar al genoeg straft). Hij is teleurgesteld dat ze meer heeft met haar ontvoerder dan met haar redder. Nadat hij haar als een vrouw van vlees en bloed had leren kennen, ‘was de betovering (de aanbidding voor haar) opgelost als mist in de ochtendzon.’ Dit was eerder door Isabelle al aangeduid als een negatief effect van mooi zijn; mannen aanbidden je als je ontzettend mooi en onbereikbaar bent, maar die aanbidding verdwijnt op het moment dat ze je leren kennen en gaan op zoek naar een nog mooiere en onbereikbaardere vrouw.

Boek 9 3L: Er zit geen spek in de val- Anton Koolhaas (25)

Er zit geen spek in de val en andere dierenverhalen - Koolhaas, AntonTitel: Er zit geen spek in de val
Auteur: Anton Koolhaas
Uitgever: G.A. van Oorschot

Titelverklaring                                               
De titel is hetzelfde als één van de verhalen, voor de titelverklaring van dat verhaal, kijk hieronder. Dit boek bevat vijf dierenverhalen, elk met andere personages en omgevingen.


De liefde schuilt in een doublet van hazen
Dit verhaal gaat over een haas genaamd Leendert. Hij is bang van alles en heeft altijd van alles weggerend. Hij ontmoet een andere haas genaamd Mathilde. Zij is niet abnormaal, maar niet bijzonder gelukkig. Ze worden verliefd en bloeien op. Ze voelen zich als één. Ze willen zich één zijn tot in hun dood. (aan het eind, als ze een jager tegenkomen, rent Leendert achter Mathilde aan, hoewel dit tegen zijn instinct en de vluchtafspraken ingaat). Ze worden geraakt, maar het is niet duidelijk of ze ook echt dood zijn.

Ik vind dit een mooi verhaal, ook omdat ik denk dat er een diepere laag in zit. Dat is vooral duidelijk te zien in het laatste stukje van het verhaal. Het is niet duidelijk of Mathilde en Leendert zijn overleden, aangezien ze door de jager nooit zijn gevonden. Volgens het verhaal zijn de nog één keer gezien, in de droom van de jager:

Hij droomde, dat een geheimzinnige kracht zijn geweer omlaag drukte, toen hij op het punt stond twee grote, onbestemde dieren te schieten, die eigenaardig genoeg, met een lint aan elkander vast zaten. Hij drukte niettemin twee keer af en schoot zich, dus doende, in beide voeten. [..] dat hij met zijn ene, noch met zijn andere voet ooit weer zou kunnen lopen. Zodat hij nooit meer op de vlucht kon gaan, of naar iemand toe. 

Ik denk dat de betekenis van de droom is dat als je andermans liefde kapotmaakt, je zelfs ook niet meer kunt liefhebben of liefde kunt ondervinden.

Het centrale thema van dit verhaal is liefde.

Er zit geen spek in de val
Karel is een minnaar met vijf vriendinnen (en nog een paar, maar die komen in dit verhaal niet voor). Bieneke is een muis die zich blij maakt met Karels complimenten en zichzelf wil laten geloven dat hij echt van haar houdt. Soeda is een echte ‘bombshell’ en verbergt daarom haar relatie met Karel ook niet. Annie is een eenling en kijkt op bijna iedereen neer. Door is een muis die veel jongen heeft grootgebracht en eigenlijk heel vaak had besloten niet meer Karel om te gaan, maar toch iedere keer weer smolt van hem. Bernhardine heeft niet een kenmerkende persoonlijkheid, maar vindt Karel ook erg leuk.

Ik vind bijzonder aan dit verhaal, hoe Karel al zijn vriendinnen, met allemaal een ander karakter, bespeelt om te krijgen wat hij wil. Hoewel hij iedereen kan laten doen wat hij wil (behalve de oude dame die alleen in het huis woont. Zij is hoogstwaarschijnlijk dement en doet een beetje vreemd), is hij tussen zijn bezoekjes aan zijn vriendinnen nieuwsgierig naar een gevaarlijke muizenval. Als hij toegeeft aan zijn verlangen en in de kooi terechtkomt, beseft hij dat hij te ver is gegaan. Hij is ten onder gegaan aan zijn eigen impulsen (en niet goed nadenken voor je iets doet), nieuwsgierigheid en jaloezie (zie hieronder). Zo heeft dit verhaal ook nog een moraal.

De titel verwijst naar de val die de oorzaak van de dood van Karel was. Er zat geen spek (het lokmiddel) in de val, maar had wel Karel gevangen. Ik denk dat Karel door een combinatie van nieuwsgierigheid en jaloezie in de val was geklommen.
De kooi had een imago van gevaar, omdat de muizenleider had gezegd dat niemand in de buurt van de kooi mocht komen. Er was een muis, Gaston genaamd, die dat wel deed en terwijl hij dat deed, keken de jonge muizen vol bewondering naar hem. Tussen die jonge muizen zat Pieta, die de aandacht trok van Karel. Om indruk te maken, viel hij hij zijn ‘show’ binnen en blies  het ‘publiek’ omver door bovenop de kooi te klimmen (wat Gaston nooit deed). Hij ging zelfs de kooi binnen, voordat hij erachterkwam niet meer eruit te kunnen klimmen en ten dode was opgeschreven.

Het centrale thema is verlangen (zowel als in beminnen als in willen ontdekken).

Balder D. Quorg, spin
Balder D. Quorg is een spin die geobsedeerd is door het maken van het perfecte web. Het verhaal begint als hij zijn eerste web probeert te maken en jammerlijk faalt, waardoor hij het net van een oude, ervaren spin overneemt. Hij besloot na een andere mislukking nooit meer  met iemand om te gaan, te spreken etc. Zo wordt hij steeds ouder en op een gegeven moment kan hij perfecte webben maken. Dat is de enige bezigheid waarbij hij nog denkt. Als hij sterft, ziet niemand het, merkt niemand het en dus kan het niemand ook wat schelen. Tegen die tijd zijn de hersenen van de ouder spin zo veel gekrompen dat het hem ook niks meer kan schelen. Het lijkt alsof hij denkt dat het goed was dat hij nooit meer met niemand is omgegaan.

Ik vind dit verhaal één van de saaiere van het boek, omdat het grotendeels gaat over hoe Balder zijn web maakt en wat er allemaal misgaat. De boodschap komt goed over en het heeft een duidelijk, dat vind ik pluspunten.

Het centrale thema is eenzaamheid.

Daar gaat Catrien
Het verhaal gaat over Marie, een eend die op het punt staat te broeden, net als Catrien. Ze had nog wat tegen Catrien willen zeggen, maar die zwom op dat moment weg. Marie broedt haar eieren uit, ziet haar jongen opgroeien en uitvliegen. Tijdens het broeden en opvoeden denkt ze vaak aan Catrien en wat ze haar wilde zeggen (dat was ze namelijk vergeten). Als haar jongen zijn uitgevlogen, ziet ze Catrien en gaat haar achterna. Bij hun ontmoeting was duidelijk dat hun hartelijke vriendschap over was. Ze herinnerde zich ook wat de wilde zeggen:

Ik zal je misschien nooit meer zien, meid,’ had ze een beetje geheimzinnig en huiverig willen zeggen, ‘want ik hou ze deze keer bij me. En eigen is toch het naast.’

Ik vind dit een mooi, maar ook zielig verhaal dat vanuit een andere hoek naar moederschap kijkt dan gebruikelijk is. Vaak wordt  moederschap gepresenteerd als iets bijzonders en prachtigs (wat het natuurlijk ook is), maar je brengt als moeder vele offers voor je kroost. In dit verhaal weet Marie al van te voren dat ze haar gaan ‘besodemieteren’. (waarschijnlijk heeft ze al eerder nesten gehad), maar ze wil deze keer haar kinderen bij zich houden, als kleine aanhankelijke baby’tjes. Dat lukt natuurlijk niet en als ze haar ‘besodemietert’ (omgeduwd) hebben, gaat het snel. Ze vliegen allemaal uit. Marie ziet in dat het weer zo is gegaan als altijd. Als ze Catrien weerziet en zich weer herinnert wat ze wilde zeggen (zie citaat hierboven). Ze had haar kinderen, waarvan ze toch wist dat ze haar achter zouden laten, al van tevoren boven haar vriendin geplaatst waarbij hetzelfde zou gebeuren. Ze ziet in dat ze niks meer met Catrien moet en waarschijnlijk denkt Catrien hetzelfde. Het laat zien dat moederschap ook vriendschap uit elkaar kan drijven

Het centrale thema is moederschap en de offers die een moeder voor haar jongen moet brengen.

De trechter
De trechter vertelt het verhaal over kalkoenen in een kwekerij. Iedere kalkoen wordt als koning of koningin beschouwd (mits ze worden geslacht. Als ze worden overgeslagen, zijn ze geen koning). Ze weten dat ze uiteindelijk allemaal geslacht worden en hebben een soort religie ontwikkeld waarbij ‘het mes’ en geslacht worden iets glorieus en koninklijks is.

Ik vind dit een heel zielig en misschien gruwelijk verhaal. De kalkoenen weten dat ze gaan sterven en om zichzelf te misleiden (en zo proberen te vergeten dat sterven vooral pijnlijk is en niet leuk), doen ze zichzelf geloven dat het iets goeds is, iets glorieus, iets koninklijks, dat als het je niet overkomt je niks waard bent. Dat geeft voor mij aan dat de wereld daar zo gruwelijk is dat ze een soort drug voor zichzelf hebben ontwikkeld. Zelfs de overgeblevenen (die jongen moeten krijgen voor het volgende jaar) zijn nog verstrikt in die wereld, bijvoorbeeld Murbille. Ze had als overgeblevene weer een doel gesteld; zoveel mogelijk jongen krijgen voor de volgende slacht. Het lijkt alsof zo’n verschrikkelijke omgeving de kalkoenen hersenspoelt.

Het centrale thema is de dood.

donderdag 9 mei 2013

Boek 8 3L: Het Gouden Ei- Tim Krabbé (24)


Titel: Het Gouden Ei
Auteur: Tim Krabbé
Uitgever: Uitgeverij Bert Bakker

Mening
Ik vind dat Het Gouden Ei een effectieve thriller is in maar 98 pagina's. Ik heb ook niet het gevoel (gehad) dat het langer had moeten/ hoeven zijn. Het is gebouwd om één metafoor (Het Gouden Ei) en vangt de essentie daarvan goed. Een kort verhaal dat weet wat het wil overbrengen.

Centrale thema 
Het centrale thema is waar het Gouden Ei een metafoor voor is: angst, eenzaamheid en opgesloten. Hoewel het hele boek natuurlijk niet allemaal gaat over het omschrijven die gevoelens van de hoofdpersonen, draait hier het boek om.

Titelverklaring
De titel ‘Het Gouden Ei’ verwijst naar dromen die Saskia als kind eens gehad had:

Toen ze klein was had ze eens gedroomd dat ze opgesloten zat in een gouden ei dat door het heelal vloog. Alles was zwart, er waren niet eens sterren, ze zou er altijd in moeten zitten, en ze kon niet doodgaan. Er was maar één hoop. Er vloog nog zo’n gouden ei door de ruimte, als ze tegen elkaar botsten zouden ze allebei vernietigd zijn, dan was het afgelopen. Maar het heelal was zo groot! 

Het Gouden Ei staat voor angst en eenzaamheid. Als Rex Saskia kwijt is, is hij er helemaal kapot van. Hij omschrijft het zo:

Het was alsof hij voelde wat zij nu voelde- de angst en eenzaamheid van het Gouden Ei, en alsof hij daarmee zijn wens eindelijk in vervulling was gegaan: één met haar worden.

Het eind -als Rex levend is begraven, zoals Saskia is aangedaan- is een soort Gouden Ei. Opgesloten zitten, niet weg kunnen in angst en eenzaamheid, dat is het Gouden Ei.

Personages
Rex Hofman
Rex Hofman is de hoofdpersoon. Hij raakt zijn vriendin Saskia kwijt bij een Frans tankstation. Hij zoekt haar, maar vindt haar niet. Ook als de politie een enorme zoektocht begint, blijft ze spoorloos. Hij is kapot van het verlies van Saskia.

Acht jaar later heeft hij een nieuwe vriendin Lieneke, maar hij denkt nog steeds elke dag aan Saskia. Als op een dag Raymond Lermorne contact met hem zoekt om te vertellen wat er met Saskia is gebeurd, gaat hij meteen akkoord, zelfs als Raymond stelt dat hij hetzelfde als Saskia moet ondergaan. Raymond geeft hem slaapmiddel en vertelt zijn verhaal, hoe hij een perfecte misdaad wilde plegen en hoe dat met Saskia was gelukt. Rex valt in slaap en wordt wakker, wanneer hetzelfde hem is aangedaan als Saskia. Hij is levend begraven.

Saskia Ehlvest
Saskia is de vriendin van Rex die verdwijnt bij een tankstation. Ze ging wat te drinken halen, maar kwam nooit terug. Rex verklaart dat Saskia de enige vriendin was geweest waarmee hij één wilde zijn. Saskia is erg mooi, sexy volgens Rex. Zij had dromen over het Gouden Ei waar dit boek naar genoemd is.

Raymond Lermorne
Raymond Lermorne is een scheikundeleraar geobsedeerd door het plegen van de perfecte misdaad. Hij trof jaren allerlei voorbereidingen. Saskia was zijn slachtoffer waarbij het lukte.

Lieneke
Lieneke is de nieuwe vriendin van Rex na de verdwijning van Saskia. Rex was gek op Lieneke, ze hadden zelfs besloten te gaan trouwen. Hoewel hij verklaarde dat als Saskia terug zou komen (8 jaar na de verdwijning, terwijl hij Lieneke had) hij voor Lieneke zou gaan, verklaarde hij ook dat als hij Saskia terug zou kunnen krijgen 8 jaar terug bij het tankstation, hij voor Saskia zou gaan. 

zondag 5 mei 2013

Boek 7 3L: Mama Tandoori- Ernest van der Kwast (23)

Titel: Mama Tandoori
Auteur: Ernest van der Kwast
Uitgever: Noordhoff Uitgevers

Mening
Ik vind dit een opmerkelijk boek, het is af en toe erg grappig, af en toe ook verdrietig, maar vooral grappig door de bizarre acties van Mama Tandoori. Wat ik ook leuk vind aan het boek is de manie rwaarop aandacht wordt besteed aan sommige verhalen van andere familieleden, zoals oom Herbert.  Ik vind het fijn geschreven, het leest lekker door. Het boek heeft veel autobiografische elementen, maar is het niet helemaal, aangezien sommige delen zijn overdreven of verzonnen. Dit draagt wel bij aan de humor van het boek.

Centrale thema
Het centrale thema is opgroeien. Niet in autobiografische zin, maar in het kennen en te weten komen van de levens van je familie en je daardoor laten vormen.


Titelverklaring
De titel slaat op de bijnaam van Veena van der Kwast-Ahluwalia, de moeder van de auteur. Haar tandoorigerecht is volgens de auteur heel erg lekker. Hoewel Mama Tandoori de titel van het boek is, wordt ze zo bijna nooit genoemd. Ze wordt meestal aangeduid met ‘mijn moeder’.

Personages
Veena van der Kwast- Ahluwalia (Mama Tandoori)
Mama Tandoori is een erg dominante moeder en vrouw, is geobsedeerd door aanbiedingen. Doordat ze in haar jeugd erge armoede heeft meegemaakt, dingt ze overal af om zo min mogelijk geld uit te geven. Ook heeft ze een enorme verzamelwoede. Als ze het ergens niet mee eens is, gebruikt ze haar deegroller, pantoffel of wat ze in haar handen heeft als dreigmiddel en wapen om dat te laten merken.

Ernest van der Kwast
Ernest is de jongste zoon van Mama Tandoori. Hij was als baby onrustig en had naar eigen zeggen goede jeugd, misschien doordat hij te jong was om alles te bevatten wat er om hem heen gebeurde. Hij moest van zijn moeder arts, econoom of advocaat worden, dus koos hij na de middelbare school voor een studie economie. Het sprak hem totaal niet en besloot schrijver te worden. Zijn moeder was het daar totaal niet mee eens en wilde hem niet meer zien. Ze schaamde (en schaamt zich nog steeds) voor een schrijver als zoon.

Johan van der Kwast
Johan is de oudere broer van Ernest en de middelste broer van het gezin. In tegenstelling tot Ernest was Johan als baby niet onrustig. Johan trouwde met een moslima, iets waar zijn moeder het totaal niet mee eens was.

Ashirwad van der Kwast 
Ashirwad is de oudste broer van Ernest en verstandelijk gehandicapt. Mama Tandoori zit hier heel erg mee, aangezien de eerste zoon in haar cultuur de trots van de familie is. Ze heeft allerlei oorzaken bedacht voor de handicap van Ashirwad, onder andere het eten van hondenvoer. Ook heeft ze allerlei dingen geprobeerd om hem te genezen, maar niks hielp.

Theo van der Kwast 
Theo is de vader van Ernest en de man van Mama Tandoori. Het is onduidelijk waarom hij verliefd werd op Mama Tandoori, maar ze trok bij hem in. Hij vroeg haar vele malen ten huwelijk, maar ze sloeg die telkens af. Op een gegeven moment zei ze ja, omdat ze het medelijden had met Theo. Hij is zeer ongelukkig in zijn huwelijk. Hij is een arts gespecialiseerd in prostaatkanker, maar Mama Tandoori staat niet toe thuis te studeren.

Oma Voorst
Oma Voorst is de overgrootmoeder van Ernest en de oma van zijn vader. Ze was dementerend. Mama Tandoori aasde op de erfenis van oma Voorst.

Boek 5 3L: Karel ende Elegast (Middeleeuwse werken) (21)

In het kort
De koning Karel wordt opgedragen door God om uit stelen te gaan. Onderweg ontmoet hij de ridder Elegast, die hij had verbannen. Samen gaan ze Eggeric, de zwager van Karel bestelen. Elegast ontdekt dat Eggeric Karel wil vermoorden. Samen zorgen ze ervoor dat de verrader gestraft wordt.

Mening 
Ik vind dit verhaal minder voorspelbaar dan de andere Middeleeuwse werken, hoewel het duidelijk Middeleeuws werk is. Het heeft iets humoristisch (een koning die uit stelen gaat en er niks van bakt) en ook wat bovennatuurlijks (Elegast heeft een kruid waarmee je honden en hanen kunt verstaan). Het heeft simpele personages wat het een makkelijk te begrijpen verhaal maakt.

Miniverslag
De koning Karel wordt opgedragen door Gods engel om uit stelen te gaan. Hij ontmoet onderweg Elegast, een ridder die hij -bij nader inzien- te zwaar heeft gestraft voor een klein vergrijp door hem te verbannen. Karel noemt zichzelf Adelbrecht om zijn ware identiteit te verbergen. Elegast verwerpt het voorstel om Karel te bestelen, omdat hij zijn vorst nog steeds trouw is. Ze gaan daarin tegen bij Eggeric (de zwager van Karel) te stelen. Elegast wil naast een grote buit die ze hebben gestolen ook nog het zadel van Eggeric stelen. Eggeric wordt wakker van de belletjes op het zadel. Zijn vrouw (die ook de zus van Karel is) probeert hem te kalmeren, Eggeric vertelt dat hij Karel wil doden op de hofdag. Zijn vrouw wordt boos en Eggeric slaat haar een bloedneus. Elegast (die verstopt zat) vangt het bloed op als bewijs voor Karel. Karel stelt voor om dit aan de koning (aan zichzelf dus) te vertellen, omdat Elegast verbannen is.
Op de hofdag beschuldigt Karel Eggeric en heeft als getuige Elegast met de handschoen als bewijs. Eggeric daagt Elegast uit voor een tweegevecht om te bepalen wie gelijk heeft. Als er na lang vechten nog geen winnaar is (omdat ze beiden even sterk zijn), bidt Karel tot God. Elegast doodt Eggeric, Karel maakt zijn verbanning ongedaan en staat Elegast toe met zijn zus (de vrouw van Eggeric) te trouwen.

Boek 4 3L: Elckerlijc (Middeleeuwse werken) (20)

In het kort
Elckerlijc wordt door God op pelgrimstocht gestuurd; met als eindbestemming zijn dood waarna hij verantwoording moet afleggen voor zijn leven. Als hij onder andere Bezit, Schoonheid en kracht probeert mee te nemen/ meeneemt, laten ze hem allemaal in de steek, behalve Deugd.

Mening
Ook in dit werk is de moraal zeer sterk aanwezig: iedereen sterft en alleen deugd blijft bij je. Wat dit verhaal onderscheidt van de rest en wat ik zelf een leuk element vind, is de personificatie van de vrienden, bezit, deugd e.d. In het verhaal spreken en gedragen ze zich als menselijke personages. Dit principe wordt nog steeds veel gebruikt in moderne literatuur en films. Een veelgebruikte verhaallijn is een hoofdpersoon één echte vriend en met weinig bezit  die droomt van geld en/of roem. Als hij deze vergaard, krijgt hij veel ‘vrienden’ die hij hem in de steek laten nadat hij dat verliest. De hoofdpersoon is weer terug in zijn originele staat en beseft dat het hebben van een echte vriend die altijd bij je blijft belangrijker is dan bezit en een heleboel nepvrienden.

Miniverslag
Elckerlijc wordt door God op pelgrimstocht gestuurd; met als eindbestemming zijn dood waarna hij verantwoording moet afleggen voor zijn leven. Hij probeert voor zijn reis gezellen mee te nemen: Vrienden, Familie, Bezit, maar allen willen niet mee. De enige die hem trouw blijft is Deugd, maar die is te zwak mee te gaan totdat Elckerlijc boete heeft gedaan. Op zijn reis wordt Elckerlijc vergezelt door Schoonheid, Wijsheid, Kracht en Zintuigen, maar die laten hem laten ook in de steek. Alleen Deugd gaat mee het graf in, mee naar het hiernamaals.

Boek 3 3L: Het leven van Liedewij (Middeleeuwse werken) (19)

Werkstuk Liedewij


Genre
‘Het leven van Liedewij, de maagd van Schiedam’ is een hagiografie (of heiligenleven). Een hagiografie of heiligenleven is de biografie van een heilige. Het woord hagiografie geeft ook het literaire genre aan. Een hagiografie is een vorm van proza.

Kenmerken
Beschrijving leven
Een kenmerk van hagiografie is dat het leven van een heilige wordt beschreven, historisch of biografisch. In Liedewij wordt het leven van Liedewij van haar geboorte tot haar dood beschreven, met nog een beetje extra informatie over de situatie voor haar geboorte (zoals over haar ouders) en haar toestand na haar dood (zoals hoe haar lichaam eruit zag na haar dood).

Bewondering
Dat er bewondering voor de omschreven heilige wordt getoond is ook een kenmerk van hagiografie. In Liedewij wordt dat gedaan op verschillende manieren, zoals het feit dat Liedewij’s voorspellingen vrijwel altijd uitkwamen. Andere voorbeelden komen hieronder aan bod.

Overtuigen
In het verhaal van Liedewij zijn er mensen die niets geloofden van Liedewij’s levensstijl, maar zij worden steeds overtuigd na een interactie met Liedewij. Zo was er een dominicaan uit Utrecht die zekerheid wilde over Liedewij. Hij testte haar door te vragen op welke manier Gods Zoon mens was geworden. Liedewij antwoordde met de volgende vergelijking:

            ‘Uit de zon ontspringen drie afzonderlijke stralen die samensmelten tot één straal.           Deze stralen, breed aan de kant van de zon, komen samen in één scherpe punt, die in een huis binnendringt.’

Na de uitleg van deze vergelijking, wordt de reactie van de dominicaan omschreven:

            Toen de dominicaan dit had aangehoord, zei hij dat hij nog nooit zon prachtige en          christelijke vergelijking had gehoord of gelezen. Voortaan wilde hij over Liedewij     niets anders horen of zeggen dan dat zij een waarachtige vriendin Gods was.

Dit is een goed voorbeeld van iemand die zowel overtuigd is van Liedewij’s heiligheid als dat hij haar naderhand bewonderd.

Verlossen
Zo zijn er mensen geweest die hun leven beterden of van de duivel werden verlost na advies of toedoen van Liedewij. Er was eens een man die door de duivel ertoe was gezet om zichzelf te verhangen. Liedewij raadde de kapelaan aan om verhanging als penitentie (boetedoening) op te leggen. De duivel zou nooit willen dat iemand zijn boetedoening zou volbrengen, dus de duivel stopte de man zichzelf te verhangen. Zo werd de man verlost.

Ongelovigen worden gestraft
Soms zijn er ook mensen die niet geloofden dat Liedewij heilig was of dat het onmogelijk was voor haar om in leven te blijven op de manier waarop zij leefde, maar dat ook niet inzagen na een interactie met Liedewij. Met deze mensen liep meestal slecht af.

Een voorbeeld hiervan zijn de soldaten die Liedewij martelden. De soldaten waren dienaren van Filips van Bourgondië die naar Schiedam was gekomen. De soldaten gingen later naar Liedewij. Zij beschuldigen Liedewij van allerlei zaken, zoals dat zij s’nachts feest zou vieren, veertien kinderen zou hebben en dat ze de maîtresse van de pastoor zou zijn. Ook sloegen ze haar en scholden ze haar uit. Liedewij’s antwoord luidde:

            ‘Hoe kunt u zo hooghartig zijn om geen rekening te houden met de wonderbaarlijke       werken Gods die u aan mij kunt waarnemen, terwijl u niet eens weet welk oordeel God          over u zal vellen.’  

Nadat de soldaten weggingen uit Schiedam met de hertog, stierven ze allemaal kort na elkaar.

Associatie
Een derde kenmerk van een hagiografie is de associatie met andere heiligen of personages uit de Bijbel.  Liedewij wilde zelf in de voetstappen van Jezus treden. Ze vroeg God vaak om meer kwalen, omdat door haar lijden zielen uit de hel werden gered. Hoe meer ze leed, hoe meer ze deelde in Gods genade. Door Gods genade werd haar lijden draagzamer. Ze kreeg onder andere hemelse visioenen en had uittredingen (zowel geestelijk als lichamelijk). Ze werd bezocht door een engel die door God was gezonden die haar meenam naar allerlei plaatsen bij haar uittredingen:

            Liedewij werd regelmatig naar allerlei plaatsen gevoerd: van de vreugden van hemel       en aards paradijs tot de verschrikkingen van hel en vagevuur, naar de heilige plaatsen   in Palestina, naar Rome en naar vele andere kerken en heiligdommen.


In het verhaal van Liedewij werd ook Gerrit de heremiet (blz 73) genoemd. Gerrit was een jongeman die naar Liedewij kwam om haar te vertellen dat hij een godvruchtig leven wilde leiden en vroeg haar om voor hem te bidden. Ze was hier erg blij mee en voorspelde hem dat hij de eerste drie dagen gebrek zou leiden, maar hij zou, als hij het volhield, na de derde dag troost en genade ontvangen. Deze voorspelling kwam uit toen hij op de avond van de derde dag hemels brood vond. Gerrit ging weg en vestigde zich in het oosten van Egypte.
Gerrit had rond 1423 Liedewij al een tijd niet gezien tijdens goddelijke beschouwingen. Het werd vernomen dat hij de reden daarvan wist; Liedewij gaf zich buitenmatig over aan haar verdriet als één van haar vrienden of familieleden stierf. Liedewij was eerst heiliger dan hij, maar hij streefde haar voorbij in heiligheid.

Andere belangrijke Middeleeuwse kenmerken
Naast dat geloof een centrale rol speelt in ‘Liedewij’, is het geschreven in het Middelnederlands. Hoewel de meeste teksten in die tijd in het Latijn werden geschreven, is het Middelnederlands een kenmerk van Middeleeuwse literatuur.

‘Liedewij’ geeft informatie over de destijdse maatschappij. Geestelijk deden niet alleen maar vrome dingen en er waren veel mensen die zich slecht gedroegen. Wat mij ook opviel was de hoeveelheid en de achteloze manier van het drinken van alcoholistische dranken. In de Middeleeuwen was het gebruikelijk dat wijn en bier veel meer gedronken werd dan bijvoorbeeld water, omdat water in de Middeleeuwen meestal vuil was.


Bijzonder/ kenmerkend
Hetgeen dat het verhaal van Liedewij vooral bijzonder maakt is vooral Liedewij’s levensstijl. Het feit dat ze een ziekbed had van ruim 38 jaar, na een tijd geen aards voedsel meer at, uittredingen had, haar lijden zo geduldig droeg door Gods genade en dat ze in leven bleef met al haar verschrikkelijke kwalen.

Wat ook bijzonder is kenmerkend is, was dat Liedewij deelde in Gods genade. Hierdoor gebeurde allerlei bijzondere dingen. Hoewel ze aan haar bed gekluisterd was, ontmoette ze veel verschillende mensen en bezocht vele plaatsen (tijdens haar uittredingen). Ook gebeurden er veel wonderen, vooral als ze armen hielp. Er werd ook veel nadruk gelegd op dat zij rijkelijk beloond zou worden voor haar lijden na haar dood.

Conclusie
‘Het leven van Liedewij, de maagd van Schiedam’ is een typische hagiografie (of heiligenleven). Het omschrijft het leven van Liedewij, een vrouw die een ziekbed van ruim 38 jaar had. In haar leven gebeurden veel opmerkelijke dingen. Er gebeurden vele wonderen tijdens haar leven. Ze hielp de armen, bevrijdde zielen uit de Hel door haar lijden te dragen en hielp mensen hun leven te beteren. Ze had visioenen en uittredingen, waardoor ze allerlei plaatsen zag, zoals de Hel, Hemel en kerken.

Liedewij was een voorbeeld voor anderen om zoveel mogelijk naar Gods wil te leven en dat je door te lijden zowel jezelf eerder aan een plek in de Hemel helpt als andere zielen uit de Hel bevrijdt. Het moraal is dat als je volgens Gods wil leeft (en misschien daarbij intens moet lijden) dat zeker wordt beloond in het eeuwige leven. 

Boek 2 3L: Mariken van Nieuwmeghen (Middeleeuwse werken) (18)



In het kort
Het verhaal gaat over Mariken Nieuwmeghen die zeven jaar met de duivel optrekt, maar door berouw te tonen toch in vrede sterft.

Mening
Mariken van Nieuwmeghen heeft als verhaal een waarschuwende en voorbeeldfunctie, met als doel te leren dat je door berouw te tonen door God kunt worden vergeven. Dit maakt het verhaal erg voorspelbaar (voor de hedendaagse standaard). Ook zijn sommige acties van Mariken voor hedendaagse begrippen erg ondoordacht en overdreven impulsief.

Boek 1 3L: Esmoreit (Middeleeuwse werken) (17)

In het kort
Esmoreit is de kroonprins van Sicilië die wordt verkocht door zijn neef Robbrecht aan een dienaar van de koning van Damascus. Deze voedt de prins op als zijn zoon. Als Esmoreit erachter komt dat hij niet de zoon is van de koning, gaat hij op zoek naar zijn komaf. Hij ontdekt dat hij de kroonprins is van Sicilië en wordt koning. De koningin (die door Robbrecht was beschuldigd voor het vermoorden van Esmoreit en daarom opgesloten was) wordt bevrijd. Robbrecht wordt ontmaskerd en opgehangen. Hij trouwt met Damiët, dochter van de koning van Damascus (waarvan hij eerst dacht dat het zijn zus was).

Mening 
Esmoreit is een typisch voorspelbaar verhaal met een happy end (behalve voor de slechterik). Het heeft wat meer personages dan de andere Middeleeuwse werken, wat ik een goed iets vind. Dat geeft het verhaal wat meer diepgang. Het geheel vind ik niet bijzonder goed of onderscheidend.

Boek 6 3L: Een tafel vol vlinders- Tim Krabbé (22)

Titel: Een tafel vol vlinders
Auteur: Tim Krabbé
Uitgever: Stichting CPNB

In het kort
Het boek is in twee delen gesplitst, het eerste deel wordt door Fred en het tweede deel door zijn (niet-biologische) zoon Bram. Fred vertelt over hoe hij Bram heeft ontmoet en hoe hij hem heeft zien opgroeien. Ook gaat het over zijn werk als reisjournalist en zijn dromen dat Bram een nog veel betere schrijver wordt dan hij. Brams stuk gaat niet meteen door op Freds stuk, maar begint ongeveer 10 dagen voor het einde van Freds stuk. Hij wordt verliefd op een meisje genaamd Emma. Hij twijfelt heel erg wat hij met zijn toekomst moet doen. Bram zocht naar zijn levensbestemming in Nieuw-Zeeland, maar hij weet het nog steeds niet. Als hij plotseling besluit het uit te maken met Emma om te gaan reizen, merkt hij direct dat dat een enorme fout was.

Mening
Ik vind het niet echt een leuk boek. Het is niet echt een vrolijk boek, maar ik weet niet goed welk gevoel het boek wel wil overbrengen, misschien hoop, omdat Fred heel de tijd het beste voor Bram hoopt. Het is ook een beetje vreemd geschreven. Soms heeft het verhaal een beetje een memoirestoon in zich.

Centraal thema
Het boek heeft twee hoofdstukken die het het boek in twee delen splitst. Het eerste wordt door Fred verteld en het tweede door Bram. In Freds deel vertelt hij over hoe hij Bram heeft ontmoet, hoe hij hem heeft zien opgroeien en zijn dromen voor hem om schrijver te worden. Het centrale thema van Freds deel is vaderschap.

Brams stuk gaat niet meteen door op Freds stuk, maar begint ongeveer 10 dagen voor het einde van Freds stuk. Zijn stuk gaat vooral over verliefdheid, maar ook over hoe de verliefdheid zijn verwarring en twijfel over het leven versterken.

Titelverklaring
De titel slaat op een metafoor voor het leven die in het boek gebruikt wordt. Enkele citaten uit het boek:

De rest van mijn leven is een tafel vol vlinders. Iedere seconde vliegt er één weg. Als de tafel leeg is ben ik dood. (blz 86)

Er zijn niet zoveel vlinders meer. (blz 90)

Personages
Fred
Fred is niet de biologische vader van Bram, maar hij beschouwt hem wel als zijn zoon. Hij geeft heel veel om hem. Hij heeft Bram ontmoet via Becky, die een kamer huurde bij Nicolien. Hij werd verliefd op Nicolien en trok bij haar en haar 6-jarige zoontje Bram in. Ook als Nicolien wil trouwen met een tandarts, wil hij  Bram blijven zien. Hij wil voorkomen dat Bram ‘confectie’ (te gewoon wordt).
Fred is reisjournalist. Op één van reis reizen ontmoet hij Carla, de vrouw van leven (zoals hij het zelf verwoord).

Bram Bonje
Bram is als kind vrolijk en onbezorgd, maar die onbezorgdheid maakt in zijn tienerjaren plaats voor onzekerheid. Hij weet niet goed wat hij met zijn leven moet. Daarom reist hij af naar Nieuw-Zeeland om de Steen van Autaki aan te raken, die volgens de legendes van de plaatselijke bevolking je levenspad vindt en je de kracht geeft om die te volgen. Helaas weet hij na de aanraking nog steeds niet wat hij moet doen. Als hij verliefd wordt op Emma en hij het advies van zijn grootmoeder (aan zijn vaders kant, die hij daarvoor nog nooit had ontmoet) ‘Breek met alles wat je dacht te zijn’ krijgt, verwart hem nog meer. Uiteindelijk verkiest hij het reizen boven Emma en maakt hij het uit met haar. Direct na die beslissing beseft hij dat het fout was en besluit hij zijn leven te eindigen zoals zijn vader heeft gedaan.

Nicolien (John, Walt en Sylvie) 
Nicolien is de moeder van Bram. Waar Fred wil voorkomen dat Bram ‘confectie’ (te gewoon) wordt, zou haar nieuwe man (een tandarts genaamd John) dat wel willen, in de vorm van studie-werk-huis. Nicolien krijgt met John twee kinderen, Walt en Sylvie. Bram heeft John, Walt en Sylvie nooit gemogen. Hij vindt ze zelf ook confectie.

Emma
Emma is het meisje waarop Bram op het eerste gezicht verliefd op werd; en zij ook op hem. Samen hebben ze een gelukkige tijd, maar als Bram het plotseling uitmaakt gaat ze weg en wil ze hem nooit meer zien. Volgens speculatie van Bram gaat ze waarschijnlijk terug naar Arnold, een man waarmee ze al lange tijd een knipperlichtrelatie heeft.

Menno Bonje
Menno is de vader van Bram. Vlak na zijn geboorte pleegde hij zelfmoord door van een gebouw te springen.

Carla
Carla is de vrouw van Fred en de liefde van zijn leven. Bram mag Carla en zij hem ook. Voor de rest wordt er over de relatie tussen Fred en Carla niet veel gemeld.